Alfa Romeo MiTo 1.4 Turbo 2009 – autotest

 

Deze testauto werd ons aangeboden door Alfa Romeo Nederland B.V.

0 Zwart
Na 3 dagen en 600 kilometer posen in de Alfa Romeo MiTo bracht Theo mij tijdens het naar huis brengen op het idee van deze titel. Zelden is een titel zo cryptisch maar o zo van toepassing geweest op een testauto als deze titel. De MiTo… directeur Henk Salomons keek er al maanden reikhalzend naar uit las ik ergens en ik snap na 600 kilometer verschrikkelijk poken echt perfect waarom! Met de MiTo heeft Alfa Romeo Nederland naar mijn mening een verkooptopper à la de Mini in handen die op dit moment zijn gelijke niet kent in zijn klasse, dat kan en wil ik nu al verklappen. Heeft verder lezen dan überhaupt nog wel zin? Tuurlijk wel!

Echt heel erg anders!
Natuurlijk zijn de GT en de Brera al serieus anders en een duidelijke breuk met Alfa’s verleden. De MiTo lijkt daar een voorzetting op maar is dat zeker niet, de MiTo is namelijk echt heel erg anders! Dat heel erg anders werd al lichtjes ingezet met de komst van de 147 Q2 en de GT Q2 en natuurlijk de C8 Competizione (de MiTo heeft stijlkenmerken van de C8 Competizione) maar die laatste is een klasse apart en toch noem ik hem, beter gezegd ik moet hem zelfs noemen. De MiTo is qua design en techniek echt uniek in zijn klasse en kent domweg zijn gelijke niet. Op papier kun je dat al zien en lezen als je verstand van design en techniek hebt. Maar ja papier is maar papier dat zie je ook aan de euro en de dollar, voor je het weet zijn ze meer of minder waard en dat zegt dus niet alles… Wat telt is de keiharde praktijk van alledag en daar is geen plaats voor MiEt-jes!

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ van de veiligheid
Na een leuke korte rondleiding onder begeleding van de nieuwe PR Officer door de, van binnen hip uitziende, nieuwe vestiging in Amsterdam Zuidoost stond er een knalrode 1.4 liter MiTo voor mij klaar. Juiste kleur en juiste aantal Pk’s 155 om precies te zijn. De MiTo heeft een zogenaamd DNA-systeem aan boord maar verder nog Electronisch Q2, ABS, EBD, VDC, ASR, HBA, Hill Holder, MSR, CBC en DST en natuurlijk veel JJ oftewel JippieJahé. Al die electronische hulpmiddelen klinken natuurlijk leuk maar ik heb vaak genoeg meegemaakt dat een auto juist daardoor in een dood vogeltje veranderde zodra je echt serieus gas ging geven. Zo’n van buiten leuke en hip uitziende auto veranderd dan tijdens het testen langzaam maar zeker in een totale afknapper.

Zou dat met de MiTo ook het geval zijn? Met een toetiedoem-gevoel rij ik in eerste instantie weg, totdat ik in de allereerste haakse bocht al merk dat er iets grondig anders dan anders is aan deze auto. Zelfs met lage snelheid kun je alle verborgen electronica al oproepen (en ook overrulen) als je dat wilt. Maar het zwart blijft gewoon 0,0. Welk zwart? Dat verklap ik nog even lekker niet. Het is exact hetzelfde gevoel als wat ik met de 147 Q2 had alleen dan in een veel sjieker en vooral veel opvallender jasje.

Casa di Mama
Maar rijden of beter gezegd testen met een lege maag is foute boel en dus gingen we die middag in Italiaanse stijl even eten bij ‘di Mama’. Na een goed gevulde maag wilde ik nog heel even wat inrij-kilometers op een testmotor zetten maar dat liep totaal verkeerd af omdat ik geen voorrang kreeg van een vrouw die de snelweg op wilde draaien en daarbij mijn voorrangspad kruiste. Afijn ik klapte heel erg hard tegen het asfalt maar dankzij goede kleding, helm en handschoenen kon ik amper twee uur later in de MiTo weer ‘vrolijk’ (=met zwaar gekneusde ribben/hand/knie en een lichte hersenschudding) verder rijden. Het instappen vergde door al mijn pijnlijke botten iets meer tijd als gewoonlijk, maar gaat bij deze MiTo altijd nog stukken makkelijker als een GT. De zit is heerlijk ontspannen, het stuur is zowel in hoogte als diepte verstelbaar en de grappig beklede voorstoelen zijn zelfs verstelbaar op de plaats van de onderrug en dat kon ik op dat moment even heel erg goed gebruiken. De zit houdt het tussen ‘in’ en ‘op’ een voorstoel zitten. Bij een GT zit je echt ‘in’ de auto dus als je een beetje corpulent bent moet je wel heel erg lenig zijn en die twee gaan meestal niet samen. ‘Op’ de voorstoel is meer de zit zoals in een VW-busje dus lenigheid is overbodig en in de MiTo past dan ook bijna iedereen, zelfs een zwaar gekneusd mens als ik.

De eerste paar honderd meter lijkt de schakelpook wat aan de lange kant wat ook geldt voor de schakelwegen. Eenmaal gewend klopt het echter als een bus en vooral dankzij het perfecte schakelen (de koppeling is één van de allerbeste in zijn soort) slikte ik deze kritiek al heel snel weer in. Het dashboard ziet er erg strak dankzij de carbonlook (vind ik veel mooier als dat standaard zwart) en de tellers zijn echt vet mooi. Net als op de meeste motoren maken de wijzers even een rondje om daarna startklaar naar de 0-stand terug te keren. Het stuur ligt erg lekker in de hand en vooral dankzij de werkelijk perfect aanvoelende stuurbekrachtiging (veel nieuwe auto’s voelen vaak erg licht aan deze MiTo dus niet) zit je perfect in de aanvalshouding. Ergonomisch krijgt de MiTo van mij dan ook een dikke tien!

Wat is er dan zo goed aan dat Q2-systeem?
Net als de Alfa Romeo GT Q2 en de 147 Q2 heeft ook deze MiTo het unieke Q2-systeem alleen handelt het bij de MiTo om het ‘electronic Q2’ oftewel een electronisch sperdifferentieel en dus geen mechanisch sperdifferentieel zoals het Torsen-dif in het geval van de GT Q2 en de 147 Q2. Hoe goed is dit Q2-systeem? De vader van onze testrijder Vincent van Eijk was ooit met hem meegereden in de 147 Q2 en zei na dat ritje tegen Vincent: “Ik rij nooit meer met je mee, je rijdt als een zool” wat Vincent en ik hebben opgevat als een zeer groot compliment aan het adres van de 147 Q2. Maar ja dat was op droog asfalt en natuurlijk waren ik en Vincent zwaar onder de indruk van de rijkwlaiteiten van de 147 Q2 maar volgens het persbericht zouden de rijkwaliteiten van het Q2-systeem op nat wegdek pas echt goed tot uiting komen.

Ik heb de 147 Q2 daarna in de werkelijk stromende regen ook aan een waanzinnige dood-of-de-gladiolen-test onderworpen. Als het Q2-systeem echt doet wat het op papier belooft dan moet ik met het gas er vol op in de stromende regen door mijn favoriete S-bocht kunnen knallen, toch? Zo gezegd zo geDaan, ik heet niet voor niets Daan! In de tweede helft van de S-bocht zette ik het gas er echt vol op en geloof me met een 1.9 liter diesel met 150 Pk en een vette 305 Nm koppel ben je in elke andere auto zwaar levensmoe als je dat doet in de stromende regen. Of ik bang was dat het fout zou gaan? Daar had ik totaal geen tijd voor maar ik moet eerlijk zeggen dat ik mezelf in gedachten eerder dat huis in die bocht binnen zag rijden dan strak sturend de bocht door sturen. Wat er toen gebeurde zal ik nooit van mijn leven meer vergeten. Zodra ik het gas er vol op zette midden in de S-bocht voelde ik alle krachten van het binnenste wiel naar het buitenste wiel gaan en ik reed werkelijk fluitend de bocht door. Ik heb dit overigens ook gewoon in geuren en kleuren aan Henk Salomons verteld die kan dat namelijk wel waarderen.

Electronic Q2
De grote vraag voor mij was dan ook of het nieuwe ‘electronic Q2’ van de MiTo net zo goed is als het mechanische Q2 oftewel het Torsen-dif dat op de GT en de 147 zit. Daarvoor kon ik maar één ding doen en dat was al mijn favoriete opritten, afritten, bochten, S-bochten, haakse bochten, doordraaiers etc. met het gas er vol op nemen. Wat ik ook probeerde in werkelijk al mijn favoriete bochten kon ik gas bijgeven in plaats van dat ik van het gas af moest zoals bijvoorbeeld met andere veel snellere hatchbacks zoals de Volkswagen Golf GTI, Seat Leon FR of de Honda Civic Type R. Waar deze snelle hatchbacks last hadden van een overvloed aan onderstuur daar lacht deze MiTo de bestuurder gewoon echt keihard recht in zijn snuit uit! “Onderstuur? Wasda joh???”, lijkt de MiTo jou toe te roepen. Echt totaal bizar zo ongelofelijk hard als je deze MiTo door een bocht kan jagen, het lijkt wel een 4WD maar dan lichter en beter! Die middag liet ik een dikke Mercedes die even daarvoor verschrikkelijk zat te bumperkleven in een bocht naar de A10-West oplossen in mijn spiegels alsof het een 2CV was, en een paar uur later deed ik hetzelfde met een Nissan 350Z die achteruit leek te rijden in één van mijn meest favoriete bochten en nog weer later bezorgde ik een Golf GTI-bestuurder en een Mini Cooper S-bestuurder een slapeloze nacht bij de drie superrotondes van Leiderdorp naar Hoogmade. Zo’n degradatie hadden ze waarschijnlijk nog nooit in hun leven meegemaakt. Allermooiste actie was de afrit op de A12 bij Gouda, die afrit, de springbult na het stoplicht en vlak daarna de blinde bocht bij het benzinestation zijn werkelijk fantastico. Met het gas er vol op in de blinde bocht dacht ik echt bij mezelf “En nu gaat de MiTo glijden!” maar nee alweer kreeg ik een draai om mijn oren van de MiTo. “Mhh”… Toch lukte het me uiteindelijk om de MiTo uit balans te krijgen in een haakse bocht na het stoplicht bij het Holiday Inn hotel in Leiden maar ook deze keer trok de MiTo zichzelf na twee keer wegbreken al snel weer volledig in balans en reed ik vrolijk verder alsof er niets gebeurd was. Deze auto is net zo goed zo niet beter als sommige vele malen duurdere sportauto’s. Ongelofelijk wat heeft Alfa Romeo met deze auto letterlijk en figuurlijk een kunststukje van zeer hoog niveau afgeleverd. Ik ben echt niet snel onder de indruk van een auto maar dit keer moet ik echt zeggen: “I’m impressed” en ik kan weinig anders dan Henk Salomons van harte feliciteren met een dergelijke auto in zijn gamma. Uiteraard stond tijdens al mijn bovenstaande acties het DNA-systeem in de D-stand, de N-stand gaat ook wel maar lees hieronder maar waarom de D-stand beter en vooral veel leuker is.

Fantastisch motorblok
Dynamic-Normal-All Weather oftewel het DNA-systeem van Alfa Romeo. Het 1.4 liter turbo motorblok (geen twincharger dus zoals Volkswagen) van deze MiTo is echt erg fijn. Vooral de verschillen tussen “D”, “N” en “A” zijn duidelijk voelbaar. met name de “D” is uiteraard het leukste van de drie. In de D-stand reageert het gaspedaal heel direct en duidelijk voelbaar sneller en feller op het gas. Zet je de MiTo bij een stoplicht van de N-stand in de D-stand dan schiet je er echt zonder het te willen met piepende banden vandoor. Toch heb ik regelmatig in de N-stand gereden want als je geen haast hebt is dat de beste stand in combinatie met de makkelijk te bedienen cruise-control. De A-stand heb ik helaas niet kunnen testen want ik heb geen drupje regen gehad dus dat heb ik aan Theo over gelaten die naar zijn werk mocht zwemmen in de MiTo.

De grootste kwaliteit van dit maar 155 Pk-motorblok vind ik het feit dat ie in de D-stand veel sterker aanvoelt als op papier. Bij stoplichtsprintjes win je het vooral dankzij de perfect doseerbare koppeling, de erg goede versnellingsbak en het gebrek aan wielspin. Daarnaast sleurt het motorblok zonder enig probleem door richting het rode gebied. Het mooie aan die 155 Pk is dat het nergens voelt als een overdaad aan Pk’s, ik denk eerder dat 200 Pk juist minder fijn waren geweest. Met die 155 Pk kan de MiTo zijn Pk’s perfect kwijt op het asfalt en daardoor blijft het rijwielgedeelte strak zijn weg vervolgen. Knap gedaan!

“Zero Nero”
Zo heten de banden die onder de MiTo liggen. Een betere naam hadden ze niet kunnen verzinnen bij Pirelli want je laat met deze MiTo geen spoortje zwart achter op het asfalt omdat de MiTo altijd grip heeft dankzij het Q2-systeem en daardoor dus nergens gaat glijden. Vandaar dus de titel “0 zwart”. Mooi toch net als die witte versie, vet ding. Oh ja ik had waanzinnig veel bekijks met de MiTo overal waar ik reed of stil stond, de MiTo is net uit dus je ziet ‘m nog amper rijden en met zo’n mooi design val je dan natuurlijk heel erg op.

Nul Zwart + Nul Aquaspin = A+++
Omtrent mythen bestaan er nogal wat verschillende interpretaties die kunnen uiteenlopen van klinkklare onzin, hardnekkig vooroordeel, leugentje om bestwil tot aan de nobele leugen die de waarheid in zich besloten heeft liggen. De Alfa Romeo MiTo herschrijft de mythe in weergaloze, maar vooral eigentijdse stijl. Naast het 0 Zwart op het droge asfalt nu OOK als het met aqua-bakken uit de hemel komt. Alfa Romeo dicteert en overtuigt met haar geheel eigen mythe ‘Het Nieuwe Rijden’ op een manier zoals die alleen maar uit het temperamentvolle Italië kan komen.

Mythekraker
Gedurende de week waarin de MiTo aan onze redaktie werd toevertrouwd, heeft deze verrassende nieuwkomer de ene na de andere mythe gekraakt. Hier staat een Alfa Romeo die genadeloos afrekent met alles wat in het verleden is bedekt met de mantel der liefde of, zo je wilt, nobele leugen. De MiTo is wat mij betreft ontegenzeggelijk een Alfa Nieuwe School, maar dan wel met behoud van de traditionele onderscheidende vormgeving en rijeigenschappen. Deze gelikte donderdoos, EN – naar gelang de DNA stand – ingetogen cruiser tegelijk is ons blijven verbazen, mede door de uitgelezen weersomstandigheden tijdens de MiTo testweek: van een stralend weekend voor het betere veegwerk tot beestachtig felle herfstbuien voor het zo mogelijk nog verrassender aqua-waterballetdansen.

0 Aquaspin = Aquabeuker
Nat, koud, donker en naargeestig. Dat waren dus de ingrediënten van de rest vcan de testweek die volgde op een werkelijk stralend weekend. Reden genoeg voor mij om eerst eens te kijken hoe de MiTo zich zou houden in de N-stand (Normaal) van de zesbak bij een abnormale rijstijl. Het resultaat was te voorspellen: volledig ongecontroleerde wielspin en aquaplaning zoals bij elke traditionele voorwielaandrijver in een zwembad. Normaal dus. Snel doorgeschakeld naar de A-stand (All weather) en voila: een als langs railstaven voortgeleide aquabeuker is geboren, hoezo water? En opnieuw wordt de abnormale bestuurder faliekant uitgelachen door de MiTo: een All weather-stand voor kletsnatte wegen die zorgt voor controle en grip die verhoudingsgewijs vergelijkbaar is met de D-stand (Dynamic) op een droge weg. Kan het nog gekker, want goed beschouwd gaat het hier om oneigenlijk gebruik onder omstandigheden waar een behoudende rijstijl meer op zijn plaats zou zijn. (Bedoelen die Italianen met de A-stand stiekem eigenlijk de Abnormaal-stand?, red.)

Conclusie
Met de MiTo heeft Alfa Romeo zichzelf duidelijk overtroffen. Deze auto ademt in alle opzichten een sfeer van klasse, degelijkheid en exclusiviteit uit. Daarmee heeft Alfa een absolute troefkaart in huis die vele concurrenten – ook uit eigen stal! – van een vaak nog veel hogere prijsklasse het nakijken zal geven. Mijn conclusie is dan ook A+++. En dat is geen mythe. Of moeten we schrijven ‘MiThe’?

Specificaties

Jaargang

2009

Carrosserie

hatchback

Transmissie

handgeschakeld

Aantal deuren

3 deuren

Brandstof

Benzine

Type motor

Otto

Aantal cilinders

4-in-lijn

Acceleratie (0-100/sec)

8 seconden

Topsnelheid

215km/u

Vermogen

114(155)/5.500 kW (pk)/rpm

Koppel

230/3.000 nm/rpm

Cilinderinhoud

1.4/1.368 liter

Kleppen per cilinder

4

Aandrijving

voorwielaandrijving

Overig

Type bekleding

Stof

Milieu en veiligheid

Score NCAP adult

5

Score NCAP child

3

Score NCAP pedestrian

2

Verbruik

 

Bebouwde kom

8,5 liter/100 km

Snelweg

5,3 liter/100 km

Gemiddeld verbruik

6,5 liter/100 km

C02 uitstoot

153 gram/km

Energielabel

C

Afmetingen

Kosten aanschaf

Kosten gebruik per maand