Ford Focus Titanium 1.0 Ecoboost 125 Pk 2012 – autotest

 

Deze testauto werd ons aangeboden door Ford Nederland B.V.



Betere Ford, betere wereld?
Na terugkeer van mijn Ruslandreis heb ik 3 weken totaal apathisch voor me uit zitten staren, even gechargeerd uitgedrukt. De onvoorstelbare vervuiling en gigantische plastificering (=plastic flessen en andere plastic zooi langs de weg en in het water) van Azië en Europa hadden me compleet lam geslagen. Ik heb dit nog nooit eerder meegemaakt na terugkeer van een motorreis. Is deze wereld er echt zo slecht aan toe? Ja wel degelijk!, en het gekke is dat ik dat in de media nergens lees of zie. De vervroegde terugkeer van mijn motorreis ontlokte bij sommige mensen de uitspraak: “Wat jammer dat je reis mislukt is.” Waarop ik antwoordde: “Mijn motorreis is niet mislukt, deze wereld is mislukt!” Pas nadat ik op 1 oktober weer aan het werk ben gegaan vond ik langzaam aan weer mijn draai. Ik geloof er absoluut niet meer in dat het nog goed komt met deze wereld, maar desondanks dacht ik toch “Verbeter de wereld begin bij jezelf”. En dus heb ik, misschien wel tegen beter weten in, besloten om een elektrische auto – een Renault Twizy – te kopen. Na de test van de elektrische Renault Twizy was het de beurt aan alweer een eco-auto en wel de Ford Focus 1.0 EcoBoost. Toen ik las dat Ford met een 1.0 liter driecilinder turbomotor op de proppen zou komen was ik direct nieuwsgierig. En dat nieuwsgierig had vooral te maken met welke technologische oplossingen (want echte vernieuwingen zijn het meestal niet) Ford zou komen. Geen enkel automerk kopieert namelijk exact het motorblok van een ander automerk. Om er heel snel achter te komen wat de technologische oplossingen van Ford zijn typte ik direct na thuiskomst “1.0 EcoBoost AMT” in op Google. Daarna verscheen er als eerste zoekresultaat een fraai technisch verhaal van AMT over deze 1-liter driecilinder turbomotor.

Bij AMT verbazen zich over het feit dat de primeur van de nieuw ontwikkelde 1.0 Ecoboost driecilinder voor de Focus is. Ik deel deze mening want ook ik had dit motorblok, net als AMT, eerder in de Ka verwacht als ik eerlijk ben. Ford verwacht dat dit motorblok in toenemende mate een alternatief zal worden voor diesels, omdat die door de Euro 6-norm erg kostbaar worden. Dat kan wel zo zijn maar zolang het verbruik van deze 1.0 Ecoboost driecilinder turbomotor niet aan dat van een diesel kan tippen zie ik dat alternatief nog niet zo. Bij stevig doorrijden kwam ik uit op 1:12,5 en dat is een waarde waar de 1.6 liter viercilinder dieselmotor van het broertje van deze Ford Focus heel ver (1:20) boven blijft. Het laagste verbruik kunnen jullie verderop lezen in de alinea met het verslag van de zuinigheidsrit, die verklap ik dus nog even niet. Technisch gezien is dit 1.0 liter driecilinder turbo motorblok een behoorlijk hoogstandje. Ford moest namelijk een aantal lastige problemen overwinnen, zoals o.a. het hitteprobleem vanwege de compacte constructie van dit motorblok. De temperatuur van de uitlaatgassen kan oplopen tot wel 1.100 graden Celsius, en dat geeft problemen voor de levensduur van de turbo. Meestal lost men dit op door het mengsel te verrijken om de turbo te koelen, maar onverbrande brandstof is nadelig voor het milieu én het verbruik! Ford heeft dit probleem opgelost door de uitlaatkanalen in de kop samen te voegen, en gebruik te maken van een gescheiden koelsysteem om dit traject optimaal te koelen (naar zo’n 1.050 graden Celsius). Andere innovaties zijn de afwezigheid van een balansas, de in olie lopende getande riem van de primaire aandrijving, de uit de hartlijn van de cilinders geplaatste krukas, afijn dit is dus niet zomaar een driecilinder turbomotor als alle andere.

Goed, beter, Ford
Het ophalen van deze Ford Focus 1.0 EcoBoost verliep iets anders dan gepland. Normaal gesproken had ik ‘m op vrijdag 26 oktober moeten halen, maar omdat Autovisie ‘mijn’ auto nog nodig had voor een test werd het maandag de 29e. Op vrijdag ben ik altijd vrij maar maandag niet, en dus had ik maandagmiddag een paar uur vrij genomen. Maar helaas liep dat bijna spaak omdat een collega ziek was en ik dus bij moest springen. Uiteindelijk heb ik mijn zwager maar gebeld of hij mij op werk op wilde halen, want dan hoefde ik niet eerst naar huis te fietsen. Vanwege de slechte weersvoorspelling de komende week had ik namelijk weinig trek om mijn motor bij Ford buiten te laten staan. Na het instappen had ik het idee alsof ik in een hele grote auto plaats had genomen. Niet zo gek als je bedenkt dat mijn laatste testauto een Renault Twizy was, en dat was weer mijn eerste testauto na 3 maanden droog staan. Na amper een paar kilometer rijden was ik al klaar met mijn testverslag en noteerde in mijn geheugen: heerlijk licht en precies schakelende 6-versnellingsbak, prima doseerbare koppeling, geniaal goede vering/demping, erg fijn 3-cilinder motorblok, uitstekende stoelen en een uitstekende wegligging. En nog weer veel kilometers later ontdekte ik dat de kofferbakruimte van deze hatchback een stuk groter is dan ik verwacht had, én dat het automatisch inparkeren nog steeds even leuk is. Nou zou je kunnen denken dat het testen van een auto zoals deze Ford Focus 1.0 Ecoboost saai is, want als een auto zo goed is dan valt er toch helemaal niets te testen. Ja dat klopt helemaal maar dan moet je wel kunnen onderkennen dat een auto zò goed is.

En daar zit ‘m nou net de kneep want hoe onderken je dat een bepaalde auto goed is, dan wel zo goed is dat-ie boven de gemiddelde auto in dat segment uitstijgt.
Dat heeft alles te maken technische kennis gekoppeld aan rijvaardigheid (ik ben daar constant mee bezig, zaterdag 17/11/12 ga ik bv. in Lelystad een drifttraining volgen bij GP Elite). Stel je nou eens voor dat ik totaal geen technische kennis van auto’s zou hebben, ben ik dan in staat om auto’s te testen? Nee natuurlijk niet want hoe kan ik iets zeggen over het motorblok, de banden, de vering/demping, het elektronisch sperdif etc. als ik daar geen enkele technische kennis van zou hebben. Maar ook dat is nog niet genoeg om goed te kunnen testen, want iets weten en iets testen zijn twee totaal verschillende dingen. Stel dat ik exact weet wat de chemische samenstelling van een band is, én natuurkundig precies kan uitrekenen hoeveel grip een bepaalde band heeft. Tja dat is allemaal leuk en aardig denk ik dan, maar eenzelfde band zal op verschillende auto’s verschillend presteren en vooral verschillend aanvoelen. Dat heeft te maken met het verschil in gewicht, de mate van balans en de kwaliteit van de vering/demping (de belangrijkste van de drie!). Een band kan dus op papier nog zo goed zijn, zonder goede vering/demping zal zelfs de allerbeste band slecht presteren op welke auto dan ook. En een middelmatige band kan juist weer uitstekend presteren onder een bepaalde auto omdat de vering/demping subliem is. En om te bepalen of een band goed presteert moet je op de grens kunnen rijden en voelen (en daarna ook omschrijven) wat er dan gebeurt. Voelen klinkt niet bepaald wetenschappelijk, maar het is wel uitermate bepalend voor de vorming van mijn mening tijdens het schrijven van een testverslag over een zekere auto.

10
Eigenlijk stond ik gewoon met mijn mond vol tanden wat betreft deze Ford Focus 1.0 Ecoboost. Toen ik dinsdagavond na een fantastische dag rijden iets wilde gaan schrijven, wist ik absoluut niet waar ik moest beginnen. Misschien kan ik daarom maar het beste beginnen met het onderdeel dat van mij een hele dikke 10 krijgt. En juist dat onderdeel is niet wat iedereen denkt dat het is, want een 10 deel je echt niet zomaar uit. De vering/demping krijgt van mij een hele dikke 10, want die is werkelijk geniaal goed helemaal gezien de prijs van deze hatchback. Nou weten jullie van mij dat Ford sowieso altijd goed scoort op het gebied van vering/demping, maar dit is wel héél erg goed. Toen mijn neefje (en zelfs ik) zich schrap zette voor de klap na een hoge verkeersdrempel op de ventweg van de A44 bij Wassenaar, was hij ronduit verbaasd dat de landing zò mooi en zò zacht was. Het deed mij heel sterk denken aan de vering/demping van de Volvo V60 Summum T4, en die auto is een behoorlijk stuk duurder dan deze Ford Focus. Ik vind vering/demping nog steeds één van de meest ongrijpbare onderwerpen om over te schrijven. De schokdemper en de veer moeten perfect op elkaar afgestemd zijn, en juist dat is een heidens karwei. Het beste resultaat is een auto die onder alle omstandigheden niet té comfortabel maar ook niet té sportief aanvoelt én bovendien een perfecte feedback geeft. Door die perfecte feedback geeft een auto de bestuurder veel vertrouwen tijdens het rijden. En vertrouwen vertaalt zich weer in rijplezier, en rijplezier is uiteindelijk toch waar het allemaal om draait. Het gekke is echter dat veel automobilisten een auto vaak niet kopen vanwege een goede vering/demping. En dat is vreemd want hoe moeilijk is het nou helemaal om even 3-4 proefritten te regelen, dan heb je een goed vergelijk, en bovendien weet ik zeker dat veel automobilisten verrast zullen na een proefrit in een Ford.

Wat nu?
Daar sta je dan als autojournalist, moet ik echt nog 3 dagen testen en een lang en uitgebreid testverslag schrijven? Ja dus, maar het zou mijn mening over de auto niet meer veranderen. Als ik de rest van de week niet meer in de Ford Focus 1.0 Ecoboost had gereden dan had dat niets uitgemaakt, alleen was het testverslag dan extreem kort geworden. Ook ik doe dus wel eens aan woordendiarree of in gedrukte bladentermen gezegd ordinaire bladvulling. De tweede testdag begon meteen al met een valse start, want het was weer eens zo’n dag met allemaal uitermate irritant en haastig volk op de weg. Die ochtend had ik binnen een kwartier bijna twee keer een aanrijding op een rotonde, en beide keren zat er een vrouw achter het stuur. Te laat opgestaan, kinderen snel naar de crèche gebracht, en vervolgens naar het werk racen? Of waren het allebei ordinaire vrouwelijke verkeershufters? Ik heb die ochtend verschrikkelijk veel lol gehad want op de rotondes en in de bochten is deze Ford Focus 1.0 Ecoboost een waar feestbeest. Dankzij het Torque Vectoring Control (=TVC) blijft de Ford Focus op rotondes en in snel genomen bochten netjes op zijn lijn. Dat komt mede omdat door het extreem kleine en lichte motorblok de voorkant niet topzwaar is, deze Ford Focus heeft daardoor veel minder last van doordrukken tijdens onderstuur dan een normale ‘neuszware’ viercilinder hatchback. Dat verklaart voor mij ook waarom ik deze Ford Focus 1.0 Ecoboost zo ongelofelijk mooi en razend snel over rotondes heen kon sturen (die vrouwen hebben mij nooit aan zien komen, ha, ha). Af en toe leek het wel alsof ik op een vaste rails over een rotonde heen reed, zo akelig nauwkeurig laat deze Ford Focus zich sturen.

Nog veel leuker werd het toen het ging regenen, dan voelde ik de Ford Focus eerst lichtjes gaan glijden, waarna het TVC vervolgens razend snel ingreep om de auto op zijn lijn te houden. Ik moet eerlijk toegeven dat ik de Ford Focus behoorlijk op zijn flikker gegeven, en of het nou op droog of nat asfalt was, in haakse bochten en rotondes deze auto heeft mij geen enkele keer teleurgesteld. Ik heb de 180-gradenbocht in ‘t Heen misschien wel 8 keer gereden zowel bij droog als nat weer. En alle keren was het groot feest, want zo vaak rij ik niet in een voorwielaangedreven eco-auto die vol op het gas gewoon netjes op zijn lijn blijft. Natuurlijk heb ik erover nagedacht hoe ver ik zou moeten gaan om deze Ford Focus serieus uit te laten breken. De reden dat ik dat niet gedaan heb is omdat ik dat al een keer gedaan heb met de nieuwe Ford Focus 1.6 Ecoboost. De glijpartij die toen volgde zal ik niet snel vergeten, de Ford Focus 1.6 Ecoboost bleef maar glijden het leek wel of geen eind aan kwam. Uiteraard had ik een plek uitgezocht met genoeg asfalt zodat ik alle ruimte had om te glijden. Omdat deze grens in de voorbije jaren steeds verder is komen te liggen door de vele elektronica in de moderne auto, zijn de gevolgen als er iets mis gaat dus ook groter. Echter omdat de grens zo ver ligt zullen de meeste automobilisten in de verste verte niet ook maar een klein beetje in de buurt komen van die grens. De meeste automobilisten hebben bijvoorbeeld nog nooit hun auto in het ABS geremd, laat staan dat ze het ESP of elektronisch sperdif in werking hebben gevoeld.

Knopjesx1000
Bijna iedereen die met me meegereden is tijdens de testweek schrok van het aantal knopjes op en rondom het dashboard/stuur van deze Ford Focus. Toch lijkt het erger dan het is, als je als koper even rustig de tijd neemt om door te lezen waar welk knopje voor is, dan schrik je niet meer bij de eerstvolgende keer instappen. Want denk nou niet dat ik ook nooit eens schrik, ik heb ook wel eens in een testauto gezeten zo van “Hoe ga ik deze auto in hemelsnaam in zijn versnelling zetten?” (zie: Citroën Grand C4 Picasso). Hetzelfde geldt ook voor het automatisch inparkeren, ik wil dat soort nieuwigheden altijd uitproberen zonder het instructieboekje te lezen. Meestal wijst zoiets zich vanzelf, gewoon het knopje indrukken en de instructies op het display opvolgen. En inderdaad lukt het mij (of beter gezegd de Ford Focus) meteen om weer feilloos automatisch in te parkeren. Ik blijf dit een fantastisch mooi systeem vinden, en snap dan ook niets van de kritiek op dergelijke systemen. Vergeet namelijk niet dat een dergelijke automatisch inparkeersysteem een zegen is voor mensen die slecht zien dan wel blind zijn aan één oog. Veel autojournalisten leveren vaak harde kritiek op in hun ogen overbodige veiligheidssystemen, maar ze vergeten dat er ook mensen zijn die vanwege een bepaalde handicap juist baat bij hebben een bepaald (veiligheids)systeem. Zo heb ik regelmatig harde kritieken gelezen op het verkeersbordenherkenningssysteem, maar tijdens deze test was ik er twee keer erg blij mee.

Ik reed op een gegeven moment vanuit mijn werk naar huis en zag plotseling dat ze op de N446 aan de weg aan het werk waren. Door de vele borden en rood/witte kunststof palen had ik het snelheidsbord volledig over het hoofd gezien. Maar gelukkig had het verkeersbordenherkenningssysteem van de Ford Focus wel gezien dat er een snelheidsbeperking van 50 km/u gold. Ze controleren daar namelijk regelmatig op snelheid, en als ik dan 80 km/u had gereden i.p.v. 50 km/u was ik zwaar de Sjaak geweest. Een snelheidsovertreding van 30 km/u is in Nederland absurd veel duurder dan in bijvoorbeeld Duitsland. Veel autojournalisten zouden er goed aan doen hun soms onterecht(!) kritische bril af en toe eens af te zetten, het testen van auto’s vergt soms de kunst van een andere bril opzetten. De meest domme kritiek die ik ooit gelezen heb was die van een autojournalist die schreef dat de A-stand van het DNA-systeem totaal overbodig is. Lees mijn testverslag van de Alfa Romeo Giulietta Savali en je snapt waarom ik die autojournalist zo ongelofelijk dom vind. Mijn visie op deze Ford Focus is dat de aanwezige veiligheidssytemen niet overbodig zijn, ze helpen en ondersteunen (ik beweer dus niet dat je niet zonder kan!) de bestuurder juist waar nodig. Een systeem dat ik in de vorige Ford Focus niet aan het werk had gezien is het automatische groot-lichtsysteem, erg handig net als een beschermingssysteem – de deurbeschermingsstrip – dat ik nog nooit eerder op een auto heb gezien. De deurbeschermingsstrip klapt automatisch uit zodra iemand een portier opent. Dit zeer goedkope systeem voorkomt beschadigingen aan portieren mocht bijvoorbeeld het portier uit je handen waaien net naast een muurtje, of bij het uitstappen op een parkeerplaats tegen een andere auto aankomen.

Deurbeschermingsstrip

http://www.youtube.com/watch?v=Kf7fhnv24r8&feature=plcp

Geniaal leuk!
Woensdag was vroeger altijd gehaktdag, tijd dus om te kijken of ik ‘gehakt’ kon maken van de Ford Focus 1.0 Ecoboost dan wel andersom. Ik had besloten om op woensdag de Ford tot het uiterste te pushen, en dat met nota bene Bridgestone Tourance banden om de velgen. Deze banden zijn overigens wel erg spoorgevoelig (op witte strepen, gefreesd wegdek etc.), en daar heb ik helaas geen enkele verklaring voor. Met dezelfde banden op een aantal andere testauto’s had ik daar namelijk totaal geen last van. In de eerste haakse bocht ging ik vol op het gas, dat kon ook want ik stond vooraan bij het stoplicht voor rechtsaf. Met twee vingers in mijn neus reed ik met spinnende voorwielen perfect de bocht door. En dat ging bocht na bocht zo door totdat ik eindelijk bij het laatste stoplicht voor de polder als tweede in de linkerrij stil stond. Ik vond het wel spannend om te kijken of ik als tweede of derde in kon voegen, want 100 meter na het stoplicht gaat het naar één rijstrook. Gelukkig trok de auto voor mij snel op, is de Ford Focus 1.0 Ecoboost best snel als het moet, en dus kon ik de auto rechts van mij voor blijven. Op naar de koeienrotonde waar het maar de vraag was of ik de binnen- of buitenring zou nemen. Dat hangt namelijk helemaal af van wat de auto voor mij doet. Het leukste is de binnenring en gelukkig voor mij nam de auto voor mij de buitenring. De manier waarop de Ford Focus over de rotonderand heen gleed is fantastisch, dat komt vooral door de combinatie van het lichte motorblok en de uitstekende vering/demping. Het Torque Vectoring Control speelt op dit soort momenten geen rol van betekenis, die treedt pas in werking op het moment dat ik met vol spinnende voorwielen via de buitenring over een rotonde heen rijdt. Iets wat ik dan ook meteen deed op de volgende rotonde, er zijn maar weinig auto’s (o.a. Hyundai Veloster) waarmee ik zo ongelofelijk lekker en superstrak een rondje over een rotonde heen kan draaien. Het is werkelijk gruwelijk verslavend, maar tegelijkertijd ook een soort van gevaarlijk. Nogal wat automobilisten die op een rotonde af kwamen rijden, hadden namelijk niet verwacht dat die witte Ford Focus 1.0 Ecoboost zo ongelofelijk snel over een rotonde heen zou kunnen draaien. En dat allemaal binnen de aldaar geldende maximum snelheid, en zonder artikel 5 fratsen.

‘s Avonds uit werk vandaan regende het en dan wordt het alleen nog maar leuker, want door het Torque Vectoring Control bleef de Ford Focus 1.0 Ecoboost perfect op de ingezette lijn. Gaf ik echter nog meer gas dan gleed de Ford Focus 1.0 Ecoboost eerst even heel kort weg met wat onderstuur, waarna het TVC direct ingreep. Omdat ik nog wat tijd over had voor het eten ben ik nog even naar Katwijk aan Zee gereden. Dat doe ik bijna nooit zo vlak voor het eten, maar ik had de smaak zo te pakken dat ik het niet kon laten. Een auto die zo ontzettend goed aanvoelt qua wegligging moest ik gewoon even extra van genieten, op naar Katwijk aan Zee dus! In plaats van de afslag ‘t Heen nam ik de volgende afslag, die naar het industrieterrein ‘s-Gravendijck. Hier liggen een aantal bochten die het uiterste van een auto vergen, en daarmee de elektronische veiligheidssystemen (ESP en TVC) tot het uiterste belasten. Ik draaide twee hele mooie strakke rondjes over de rotondes voor en na het viaduct, en reed daarna industrieterrein ‘s-Gravendijck op. De eerste lange flauwe bocht kon ik behoorlijk snelheid maken, waarna ik de Ford Focus 1.0 Ecoboost keihard de haakse rechterbocht naar de vrachtwagenparkeerplaats inhoekte. Zonder enig onderstuur vlieg ik door de rechterbocht heen, en na weer een rondje nog een keer, en nog een keer. Ik hield er maar mee op want op het moment dat ik dwars door alle veiligheidssystemen weet ik dat er geen houden meer aan is. Goed ding die Ford Focus 1.0 Ecoboost, het leek af en toe wel een RS! Ik heb hier ook nog even een paar remproeven gedaan, en ook over de remmen kan ik alleen maar lovend zijn. De remvertraging en de doseerbaarheid zijn uitstekend.

Zuinigheidsrit
Ik kan mij nog heel goed herinneren dat het me voor de eerste keer lukte om 0 keer te remmen tijdens een zuinigheidsrit. Dat was namelijk met een Ford Focus, om precies te zijn de Ford Focus ECOnetic Start-Stop 1.6 TDCi. Het heeft ruim een jaar, en dus iets van 15 zuinigheidsritten, geduurd voor het mij eindelijk lukte een 0 te scoren (N.B.: meer dan 60 km niet remmen!) . Dat dit juist met een Ford Focus was vind ik geen toeval, want de wegligging, de balans, de remmen, de koppeling/versnellingsbak en het motorblok stonden perfect op elkaar afgestemd. Nu was het dus weer de beurt aan een eco-Focus, en gezien het moderne zuinige motorblok was ik zéér benieuwd waar het verbruik op uit zou komen. De rit begon lekker, ik reed zonder te remmen over de rotonde de N206 op. Meteen op de N206 heb ik de cruise control aangezet en ben met 80 km/u richting Vogelenzang gereden. 80 km/u in de zesde versnelling 1.550 toeren – 80 km/u in de vijfde versnelling 2.000 toeren – 80 km/u in de vierde versnelling 2.500 toeren. In de zesde versnelling draait het 1-liter motorblok dus niet alleen weinig toeren, tot mijn grote verbazing trekt dit kleine motorblok het ook met gemak. De 6-versnellingsbak schakelt zeer soepel en nauwkeurig, een schoolvoorbeeld van hoe het moet en waar – echt waar! – zelfs een Audi/BMW niet aan kunnen tippen! De eerste bocht aan het einde van de N206 ging erg lekker, dankzij de sublieme vering/demping is de grip van de Bridgestone Turanza banden beter dan op andere auto’s met dezelfde banden. Na de bocht kwam er een irritante klever achter me rijden, en het leukste is dan om zo’n klever zonder te remmen en me aan de maximum snelheid houdend los te rijden. Het liep echter totaal anders want vlak na de drempelbocht langs de Leidsevaart (de scheiding tussen Noord-Holland en Zuid-Holland) reed ik recht op twee koplampen af. Er stond een auto met zijn neus naar mij toe achteruit in te parkeren, en er kwam bovendien een auto mij tegemoet. Door snel terug te schakelen naar de eerste versnelling – de maximum snelheid is daar 30 km/u – kon ik de snelheid uit de Ford Focus halen (dit motorblok remt overigens van 4->3->2 minder hard op de motor af dan ik gehoopt had), en zonder te remmen achter de tegemoetkomende auto langs sturen. Het was echt centimeterwerk maar het lukte me net aan, en die klever heb ik nooit meer terug gezien want die ging achter mij wel vol in de remmen.

Na de bomenweg volgt de altijd weer zéér spannende T-splitsing in Aerdenhout. Dit keer had ik vette pech want er kwamen van beide kanten meerdere auto’s aan. Eén keer remmen was dus een feit, en daar zou het niet bij blijven want voor de tweede keer in 3 jaar tijd gingen de spoorbomen dicht. Dit scenario verzin je niet! Na een fantastisch mooie draai over de grote rotonde moest ik omdraaien want de weg naar het circuitpark was afgesloten. Ik moest dus via de zuidkant van Zandvoort richting de boulevard rijden. Dat betekende weer extra mogelijke remmomenten, maar uiteindelijk reed ik zonder een derde keer te hebben moeten remmen richting Overveen. Twee keer remmen had me wel aardig geleken maar het werd toch drie keer, want een Duitser ging zomaar ineens op de afslag van de rotonde bijna stilstaan. En aangezien ik ook die kant op moest kon ik weinig anders dan remmen. Als ik niet weet waar ik naartoe moet rij ik altijd gewoon een extra rondje over de rotonde. Logisch toch? Vanaf de rotonde bij Overveen heb ik niet meer hoeven remmen. Wat me erg tegenviel van deze Ford Focus is de remmende werking van het kleine driecilinder motorblok, die is namelijk nogal beperkt. Dat heeft uiteraard met de afstelling van het motorblok te maken, dat is dus gewoon niet anders. En toen kwam het spannende moment van het aftanken. Mijn verwachting was dat het verbruik op rond de 1:25 uit zou komen, maar helaas kreeg ik ongelijk want het bleek een tegenvallende 1:22,5 te zijn. Volgens Ford zou ik 1:23,8 moeten kunnen halen met deze Ford Focus 1.0 Ecoboost, maar die waarde heb ik dus niet gehaald. Toch denk ik dat het mogelijk is om die waarde wel te halen, een kwestie van even een goede chiptuning. Een chiptuning levert vaak niet alleen een lager verbruik op maar ook meer Pk’s en meer koppel: Ventura chiptuning – Vermogen 125 Pk->142 Pk/Koppel 170-200 Nm->205-235 Nm/Verbruik buiten bebouwde kom 4,3->4,1/binnen bebouwde kom 5,2->4,6/gemiddeld 4,8->4,4.

Specificaties

Jaargang

2012

Carrosserie

Hatchback

Transmissie

Handgeschakeld

Aantal deuren

5 deuren of meer

Brandstof

Benzine

Type motor

Otto

Aantal cilinders

3

Acceleratie (0-100/sec)

11,3 seconden

Topsnelheid

193km/u

Vermogen

92(125)/6.000 kW (pk)/rpm

Koppel

170-200/1.400-4.500 nm/rpm

Cilinderinhoud

1.0/999 liter

Kleppen per cilinder

4

Turbo

Turbo

Aandrijving

Voorwielaandrijving

Differentieel

TVC-elektronisch sperdif

Remmen voor

Geventileerde schijven

Remmen achter

Schijven

Draaicirkel

11,0 meter

Overig

Type bekleding

Leer

Velgen

17-inch

Milieu en veiligheid

Verbruik

 

Bebouwde kom

6,3 liter/100 km

Snelweg

4,2 liter/100 km

Gemiddeld verbruik

5,0 liter/100 km

C02 uitstoot

114 gram/km

Energielabel

A

Afmetingen

Lengte

4.358 mm

Breedte

2.010 mm

Hoogte

1.484 mm

Wielbasis

2.648 mm

Spoorbreedte voor

1.544 mm

Spoorbreedte achter

1.534 mm

Massa leeg

1.276 kg

Max. toelaatbare massa

1.900 kg

Aanhanger geremd

1.000 kg

Aanhanger ongeremd

635 kg

inhoud bagageruimte

363 liter

Bandenmaat

215/50-R17

Kosten aanschaf

Kosten gebruik per maand