Troefkaart van het onderscheidend vermogen
Een veelgehoord verwijt van liefhebbers aan het adres van de gezamenlijke autofabrikanten heeft tegenwoordig niet zozeer meer te maken met de duurzaamheid en betrouwbaarheid van hedendaagse auto’s in het algemeen. Een nieuwe auto anno 2010 is nagenoeg onderhoudsvrij en combineert een efficiënt verbruik met ongekende prestaties, iets waarvan de doorsnee automobilist nog niet zo heel lang geleden alleen nog maar van had kunnen dromen. Maar dit verwijt heeft alles te maken met het feit dat er bij het overgrote deel van het ronduit gigantisch marktaanbod sprake is van een ongebreidelde groei van eenheidsworst op het gebied van vormgeving. Het is de prijs die moet worden betaald door zowel de fabrikant als door diezelfde kritische en prijsbewuste automobilist, die zichzelf veel liever zouden willen onderscheiden van ‘de rest’ met een homogeen, en dus direct herkenbaar en vooral eigen ontwerp. Waarom? De reden waardoor het gewenste onderscheidend vermogen zich meestal beperkt tot een corporate grilletje hier of een logo’tje c.q. spoilertje daar, is het in zwang zijnde modulair ontwikkelings- en productie-concept.
Niet dat het hier zou gaan om een nieuwe trend, dit kunstje is ook in het verdere verleden met veel succes gedaan, zij het dan binnen de kaders van de eigen concerns en de al even gekoesterde eigen identiteit daarvan. Mooie voorbeelden hiervan zijn de verschillende divisies binnen mastodonten als General Motors, Ford en Chrysler geweest. Weinig klanten die daar ooit moeilijk over deden, omdat het in die gevallen ging om klonen uit eigen huis, maar dan wel met behoud van de met zorg omgeven corporate identity. Belangrijk verschil is dat het nu echter gaat om intercorporate development alliances, een noodzakelijk geworden kwaad om de ontwikkelingskosten en productie-efficiëntie in toom te houden in een mogelijk nog zwaarder concurrerende autowereld dan ooit voorheen, die zich in het huidig weerbarstig economisch tijdsgewricht gedwongen ziet om te zoeken naar steeds verdergaande vormen van onderlinge samenwerking, jawel, ditmaal met regelrechte concurrenten, wil men zich staande houden. Vandaar dus het contemporaine eenheidsworstsyndroom dat geen onderscheid meer maakt tussen verschillende merken of landen van herkomst, waardoor het steeds moeilijker is geworden om een homogeen ontwerp concurrerend op de markt te zetten.
Verademing
Daarom zal voor liefhebbers van moderne sportieve en vooral betaalbare en zuinige compact-auto’s de nieuwe Lancer Sports Sedan Invite – net zoals bij ons op de redaktie – een welkome verademing zijn tussen al het dertien-in-een-dozijn hatchback en MPV kubusgeweld dat de laatste tijd massaal als door een popcornmachine over de steeds eenvormiger wordende (auto)wereldmarkt wordt uitgestort. Maar dat is niet het enige: de nieuwe Lancer heeft niet alleen fraaie looks, maar bovendien rondom een uiterst geraffineerde vormgeving meegekregen. Lean and mean zijn hier de trefwoorden. Een rondje om de auto leerde ons al snel dat er nergens sprake is van lijnen die het harmonisch en tegelijkertijd agressief ogende ontwerp op welke manier dan ook verstoren. Omdat het oog van de veeleisende consument – crisis of niet, of misschien wel juist daardoor? – thans meer dan ooit wil, is deze cosmetische eerste klap wat mij betreft dan ook meteen een daalder waard.
Het is als met een ‘mooie’ vrouw c.q. man: lastig te definiëren, maar als er eentje voor je neus staat, dan weet je het onmiddellijk. Die wetenschap nodigt natuurlijk meteen uit om ermee te gaan rijden (ehh… ik doel hiermee uiteraard op de Lancer, mensen, met de toepasselijke en meer dan complete Invite uitrusting – die mooie vrouw vraagt om een andere benadering) om vervolgens te gaan ontdekken of deze auto zijn gelikte uitstraling ook weet te vertalen in bijbehorende ehh… rijeigenschappen. Maar een ding is alvast zeker: eenieder die deze auto in het vervolg zal treffen in het straatbeeld zal weten dat dit onmiskenbaar een Mitsubishi Lancer is, en niet de geforceerde, krampachtige en gezichtsloze kloon van iets anders dat afkomstig is uit de see-one-see-them-all-school. En dit karakteristieke gegeven kun je gerust verfrissend noemen in naargeestige tijden waar het gelijkheidsfundamentalisme hoogtij viert.
Gloeimotor
Als krachtbron voor deze dieseluitvoering heeft Mitsubishi dankbaar gebruik gemaakt van de beproefde VW-techniek, zij het met een ietwat gedateerde, dus ook tikkeltje rumoeriger versie van het 2.0 blokje in vergelijking met de allerlaatste stand van de intussen fluweelachtig geworden dieseltechnologie: een voorgloei periode van enkele seconden bij de start – koud of warm – is dan ook eveneens standaard. Niettemin een goede greep, en de karakteristiek van de vermogensafgifte deed mij meteen terugdenken aan de eerste twee generaties Golf dieseltjes waarmee ik destijds nagenoeg probleemloos en beroepshalve een paar honderdduizend lease-kilometers heb gedraaid. Dat betekent echter wel dat hier absoluut geen sprake is van de vlakke, maar wel erg tamme vermogensafgifte, waardoor deze zich een kwart eeuw terug kenmerkten.
Tot zover het inherente karakter van het blok. Over de hele linie is er nu ruim voldoende koppel voorhanden, maar in het middengebied, vanaf zo’n tweeduizend omwentelingen, gaat deze tweeliter er echt als een speer vandoor. Afstemming en optimale werking van koppeling, versnellingsbak, remmen en stuureigenschappen zijn daarbij boven elke kritiek verheven. Respectievelijk zijn deze voorbeeldige eigenschappen in doseerbaarheid en response direct toe te schrijven aan het (standaard) sportonderstel en de welhaast als close-ratio aandoende werkelijk sublieme zesbak in combinatie met de ABS- en TCS-systemen, eveneens standaard, kortom, dit is gewoon smullen, folks, een auto in balans. Dit super gefocuste en directe weggedrag met zijn feilloze en vertrouwenwekkende doorgifte van feedback zoals ik dat eerder heb mogen proeven bij de Mitsubishi Colt RalliArt heeft in het geval van ons Lancer Sports Sedan testexemplaar jammer genoeg een keerzijde: het vraagt om optimaal schoeisel, en de op onze testversie gemonteerde laagprofiel en sportief ogende Yokohama Avan A10’s lieten onder deze auto helaas al snel grote steken vallen tijdens acceleratie bij nat wegdek in de vorm van ongecontroleerd spinnen van de aangedreven wielen en een zoekerig stuurgedrag (ik constateerde exact hetzelfde gedrag onafhankelijk van Theo, inderdaad een pure bandenkwestie, Daan) bij spoorvorming en oneffenheden van datzelfde wegdek.
Spelbreker
Enerzijds is daarmee te leven als de bestuurder zijn rijstijl aanpast aan het bruut inkomende vermogen van dat middengebied, met name in de tweede versnelling. Want het gaspedaal is zoals bij iedere andere auto immers perfect doseerbaar, en daar ben je uiteindelijk zelf bij. En met opwaarts shortshiften – dat ook zijn eigen charme heeft, vooral bij het wurgen van een koppelbeul als zo’n diesel – is er uiteraard geen vuiltje aan de lucht. Het zoekerig gedrag bij minder goed wegdek wordt daarentegen op een gegeven moment irritant, omdat je als bestuurder enerzijds in de hectiek van het dagelijks gebruik bewust of minder bewust – dus al of niet tegen beter weten in – gaat anticiperen op het verslavende bereik waar de meeste trekkracht voorhanden is, en anderzijds je gekozen lijn niet steeds ongewenst en onverwacht wilt corrigeren door spoorvorming of andere oneffenheden die je tegenkomt op bochtige trajecten of de platgewalste rechterbaantjes van snelwegen.
De optelsom van deze dissonant is dat de compound van dit bandentype doodeenvoudig niet is opgewassen tegen het samenspel van dit soort koppel en vermogensafgifte met een haarfijn getuned onderstel. Die set rubbers zou ik dus meteen vervangen met een superzachte sportieve kauwgumband, temeer omdat het sportonderstel logischerwijze strak is afgeveerd. En DAAR moeten ze bij Mitsubishi niets aan veranderen! De eerlijkheid gebiedt wel om te vermelden dat ons testexemplaar met zijn grofweg 20K op de teller opnieuw moet worden uitgelijnd, de wagen trok iets naar links, maar toch blijf ik het jammer vinden dat deze banden in hun totaliteit zo’n spelbreker zijn van het latent aanwezige totale rijplezier dat deze in alle opzichten flitsende Lancer absoluut in huis heeft. Verder niets dan lof daarover dus. De algehele prestaties beantwoorden dan ook ruimschoots aan de belofte van zijn energieke en dynamische uitstraling, met de Yokohama’s als bottleneck.
Multi-multi media
Zoals Daan al tegen mij zei: “Met een fossiele AM-FM stereo radio cassette speler – laat staan een 8-track spelertje zoals in één van mijn oldtimers – kom je tegenwoordig niet meer weg.” Enter: het Mitsubishi Multimedia System, eveneens standaard in de Lancer Invite. Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik noem dit systeem Multi-Multi media. Toegegeven, het is weer even zoeken met de bediening van de interface, elk merk gebruikt nu eenmaal weer een eigen versie van geïntegreerde firmware, maar eenmaal vertrouwd ermee merkte ik dat hier niet is beknibbeld op kwaliteit en functionaliteit.
Een goed werkend navigatiesysteem gecombineerd met een krachtige audioset van Rockford Fosgate waar zelfs de connaisseurs onder de audiofielen tevreden mee kunnen zijn. Van subwoofer laag tot breed midden tot aan de ijlhoogte en loepzuiverheid van titanium tweeters, het hele geluidsspectrum wordt superstrak en perfect gescheiden weergegeven zonder daarmee over the top te gaan. Als een autofabrikant zo’n installatie standaard inbouwt, dan is alles wat meer is dan dat regelrechte overkill. Een uitgebalanceerd systeem in een car-audiowereld waar de sky the limit is geworden, ga er maar aan staan. Ik ben hier bijzonder van onder de indruk en ga de Rockford Fosgate componenten voor met name de ultra lage tonen inbouwen in mijn MKIV project als aanvulling op de 3-weg Kenwood DPX audio.
Interieur
Stap in de Lancer Sports Sedan Invite en wat je ziet en voelt is een no-nonsense afwerkingsniveau dat zich kan meten met auto’s uit de veel duurdere klasse. Alles wat je nodig hebt is overzichtelijk voorhanden en meer. Het begint al met keyless entry. Naast de welhaast obligaat geworden climate control is er automatische wisserbediening, automatische buitenverlichting, elektrische stoelverwarming, keurig afgewerkte, comfortabele en rijk aandoende stoelbekleding met goede ondersteuning en een instrumentarium dat naast het RDS alle actuele info doorgeeft die je maar kunt bedenken. De lijst van standaarduitrusting gaat verder met allerhande praktische extra’s die je niet zou verwachten in deze prijsklasse. Prima goed.
Hekkensluiter en goed begin
Deze Sports Sedan heeft mij in het dagelijks gebruik niet alleen probleemloos door een winterse week en jaarwisseling geholpen, maar heeft zich ook eigen gemaakt. Het is typisch weer één van die auto’s waarvan ik het jammer vind dat-ie weer terug moet naar zijn eigenaar. De Lancer Sports Sedan 140 DI-D Invite steekt goed in elkaar en door zijn dynamische eigenschappen en complete uitrusting is het een genot om ermee op pad te gaan. Een bezoekje aan de betere bandenboer en het verhaal is helemaal compleet. Als voorbeeldige hekkensluiter van 2009 en goed begin van 2010 heeft deze sedan voor mij de toon gezet voor een nieuw Autotesten.nl-jaar. En Mitsubishi? Daar hebben ze een troefkaart van het onderscheidend vermogen in handen die waar voor het geld biedt. Hun “Proud To Be Different” slogan is daarmee voorwaar geen loze kreet in de ruimte gebleken.
Specificaties |
||
Jaargang |
2009 | |
Carrosserie |
sedan | |
Transmissie |
handgeschakeld | |
Aantal deuren |
5 deuren of meer | |
Brandstof |
Diesel | |
Type motor |
Diesel | |
Aantal cilinders |
4 | |
Acceleratie (0-100/sec) |
9,6 seconden | |
Topsnelheid |
207km/u | |
Vermogen |
103(140)/4.000 kW (pk)/rpm | |
Koppel |
310/1.750 nm/rpm | |
Cilinderinhoud |
2.0/1.968 liter | |
Kleppen per cilinder |
4 | |
Compressieverhouding |
1:18 | |
Turbo |
Turbo | |
Aandrijving |
voorwielaandrijving | |
Remmen voor |
Geventileerde schijven | |
Remmen achter |
Schijven | |
Draaicirkel |
10 meter | |
Overig |
||
Type bekleding |
Leer | |
Velgen |
18-inch | |
Milieu en veiligheid |
||
Verbruik |
||
Bebouwde kom |
8,2 liter/100 km | |
Snelweg |
4,9 liter/100 km | |
Gemiddeld verbruik |
6,1 liter/100 km | |
C02 uitstoot |
160 gram/km | |
Energielabel |
E | |
Afmetingen |
||
Lengte |
4.570 mm | |
Breedte |
1.760 mm | |
Hoogte |
1.490 mm | |
Wielbasis |
2.635 mm | |
Spoorbreedte voor |
1.530 mm | |
Spoorbreedte achter |
1.530 mm | |
Massa leeg |
1.400 kg | |
Max. toelaatbare massa |
1.920 kg | |
Laadvermogen |
530 kg | |
Aanhanger geremd |
1.400 kg | |
Aanhanger ongeremd |
550 kg | |
inhoud bagageruimte |
377 liter | |
Bandenmaat |
215/45-R18 | |
Kosten aanschaf |
||
Kosten gebruik per maand |