Zin-an-nizzaN
Ruim tweeënhalf jaar na mijn motorreis op en neer naar Armenië had ik eindelijk weer zin om op vakantie te gaan. Na die motorreis was ik even helemaal klaar met deze wereld, wat een ongelofelijke puinhoop is het toch overal, en dan heb ik het niet door de kijkbuis gezien maar in het echt. Na mijn motorreis van Leiden naar Singapore (via Cyprus-Israël-Egypte-Jordanië-Syrië-Turkije-Iran en zo verder) in 1992/1993 direct na de eerste Golfoorlog had ik de voorspelling gedaan dat de wereld rond 2014/15 in een puinhoop veranderd zou zijn. En oh wat heb ik gelijk gekregen, veel meer dan ik ooit had durven denken! Wel grappig dat deze vakantie dezelfde kant opgaat als mijn allereerste motorvakantie in mei 1988, namelijk Zuid-Frankrijk alleen dit keer niet aan zee. Gelukkig hoefde ik dit keer niet in het gangpad (ik was bovendien zeiknat na een lange zeer zware onweersbui) van de doucheruimte te slapen van een in aanbouw zijnde camping. Dit keer zou ik slapen in het kleine ‘kasteeltje’ op het landgoed van de broer (Luc) van de moeder (Anneke) van één van mijn beste jeugdvrienden. Ik had hem ontmoet tijdens de begrafenis van de man van Anneke, en toen heeft hij mij uitgenodigd om langs te komen. En daar kon ik geen nee tegen zeggen vooral omdat Luc en zijn vrouw gewoon leuke, fijne mensen zijn. En toen heb ik uiteraard aan Anneke het voorstel gedaan om met mij mee te gaan, alleen is tenslotte ook maar alleen niet waar.

En alweer moest ik op vrijdag werken en omdat ik me in allerlei bochten zou moeten wringen stelde ik voor om de Nissan op te halen bij een Nissan-dealer in Hoofddorp war ik al eerder een keer een Nissan-demo heb opgehaald. Zo gezegd zo gedaan en dus reed ik zaterdagochtend vroeg naar Hoofddorp om de nieuwe Nissan X-Trail op te halen. Aan de telefoon vertelde de Nissan-medewerker mij dat het niet de brandweerrode X-Trail zou zijn maar een donkergroene (=Dark Olive). Dat betekende dat het een dCi 130 Xtronic 2WD, een handgeschakelde dCi 130 2WD of een handgeschakelde dCi 130 All Mode zou kunnen zijn. Het werd de laatste en daar was ik best blij mee want de All Mode versie is natuurlijk het leukste om te testen. Deze All Mode versie heeft een draaiknop voor 2WD/Auto/Lock waarmee ik dus razend snel van tweewielaangedreven naar vierwielaangedreven kan schakelen. Onderweg naar Zuid-Frankrijk heb ik ‘m uiteraard op 2WD gezet, alleen in de heuvels is de stand Auto wel handig voor meer grip in de bochten.

Binnendoor
Omdat ik naar het zwembad in Katwijk aan Zee moest en ik aan de vroege kant was heb ik de weg binnendoor richting Nieuw Vennep genomen. Die weg had ik al een tijdje niet meer gereden dus dat kwam goed uit. In de 2WD-stand kun je duidelijk voelen dat alleen de voorwielen aangedreven worden, maar desondanks had ik bij stevig gas geven geen last van onderstuur dankzij het Active Trace Control (=elektronisch sperdif). Om te kijken hoe de vierwielaandrijving van deze Nissan X-Trail aanvoelt heb ik de Auto-stand aangezet in een aantal bochten en rotondes. Het verschil was duidelijk merkbaar zodra ik stevig gas gaf in een bocht of op een rotonde greep het intelligente 4×4-i systeem direct in door zowel de voor- als de achterwielen aan te drijven. Hoeveel aandrijfkracht naar welk wiel gaat bepaalt het 4×4-i systeem aan de hand van de signalen die het binnenkrijgt. Bij het eerste beste stoplicht viel de motor meteen uit om brandstof te sparen, Nissan heeft duidelijk alles uit de kast gehaald om de grote X-Trail zo zuinig mogelijk te maken. Gelukkig grijpt de koppeling mooi en vooral op tijd aan en laat-ie zich ook uitstekend doseren. Verder schakelt de 6-versnellingsbak heerlijk licht en nauwkeurig, en zijn de overbrengingsverhoudingen mooi gespreid zodat er altijd een versnelling te vinden is waarin genoeg trekkracht voor handen is. Opvallend is ook dat het rode gebied bij 5.000 toeren begint en niet bij 4.500 toeren zoals bij de meeste diesels het geval is.

Bij de A44 aangekomen gaf ik de oprit oprijdend stevig gas, en ik moet zeggen dat de Nissan X-Trail sneller was dan ik verwacht had. Eenmaal op de A44 heb ik meteen de cruise control geactiveerd, hoe moeilijk kan dat nou zijn zou je denken? Ik kom daar later nog op terug maar ik was behoorlijk verbaasd dat nogal wat automobilisten niet weten hoe zoiets doodsimpels als een cruise control werkt. Bij het Transferium aangekomen kon ik op de afrit lekker de vaart erin houden, en omdat ik rechtsaf moest hoefde ik pas heel laat in de remmen want de voorsorteerstrook was namelijk leeg. Ondanks de behoorlijke vaart en het feit dat ik hard remde in een bochtig stuk bleef de Nissan X-Trail mooi stabiel. Bij het zwembad aangekomen had ik even rustig de tijd om 40 minuten na te denken over de komende vakantieweek. Na het zwemmen ben ik via ’t Heen naar huis gereden, ik wilde weten wat de Nissan X-Trail met het ESP uit en de Auto-stand aan in mijn favoriete bocht zou doen. Ik reed langzaam in de 2de versnelling op de opritbocht af, vlakbij de apex gaf ik plankgas waarna de X-Trail heel mooi lichtjes over vier wielen glijdend door de bocht heen vloog. Daarna nog even de rotonde + S-bocht bij voormalig MarineVliegkamp Valkenburg, en ook nu weer zat ik zwaar te genieten op mijn lederen zetel. HEERLIJK!

Pakezel
De Nissan X-Trail is niet alleen groot van buiten (groter dan bv. een Audi Q3 maar wel net zo zwaar) maar ook groot van binnen, én nog groter te maken als je dat wilt. De achterbank is namelijk net als de voorstoelen – in 2 delen – verschuifbaar, zij het wel met de hand en niet elektrisch. Dat hield dus in dat ik een dubbele set foto’s moest maken van de Samsonite kofferset, want met de achterbank naar voren geschoven passen er behoorlijk meer koffers in.

Samsonite kofferset
Met achterbank volledig naar achteren geschoven
Met hoedenplank: 3×50 liter + 3×33-liter
Zonder hoedenplank: 3×70-liter + 2×50-liter + 2×33-liter + 1×13-liter
Met achterbak volledig naar voren geschoven
Met hoedenplank: 1×70-liter + 3×50-liter + 3×33-liter + 2×13-liter
Zonder hoedenplank: 2×117-liter + 3×70-liter +1×50-liter + 4×33-liter + 1×13-liter

Zondag ben ik ook nog even met de familie op stap geweest, en dan is zo’n grote grote auto met veel zitruimte best handig. De mannen in mijn familie zijn nogal aan de lange kant (eentje is zelfs langer dan 2 meter), maar met de gigantische beenruimte in de Nissan X-Trail kunnen ze hun benen met groot gemak kwijt. Qua zit is deze Nissan X-Trail zowel voor- als achterin ronduit ‘huge’ om het maar eens op zijn Engels uit te drukken. Wat betreft de audio in deze duurste versie kan ik zeggen dat die prima is, net als de bediening van het audiosysteem/NavSat en het Nissan Connect met zijn ingebouwde Apps (ik heb geen smartphone dus ik kan hier helaas verder niets over zeggen) . Verder vind ik het Nissan Safety Shield erg handig, vooral de Nissan Around View Monitor (= vogelperspectief) is zeker in deze grote Nissan X-Trail nog handiger dan in bijvoorbeeld de Nissan Pulsar. Een hele enkele keer liet een ander onderdeel van het Safety Shield van zich horen, in mijn geval de Frontale-Botsing-Bescherming als ik weer eens veel te laat remde. Verder omvat het Safety Shield: Noodstop-Assistent/Dode-hoekwaarschuwing/Rijstrook-Assistent/Signalering van bewegende voorwerpen.

Genoeg
Gezien de grootte van de Nissan X-Trail lijkt 130 Pk wat weinig, maar wees gerust het is meer dan genoeg. Dit diesel motorblok van Renault is trouwens niet wat het lijkt te zijn, deze doodgewone zelfontbrander heeft behoorlijk wat vernieuwende techniek aan boord. Tijdens het zoeken naar technische informatie kwam ik het nodige tegen op AMT.nl, maar ook een interessant YouTube-filmpje waar alle vernieuwingen gevisualiseerd worden. Ik citeer toch even uit dit werkelijk uitstekende technische artikel omdat juist EGR-systemen (EGR=Exhaust Gas Recirculation) nogal wat kritiek krijgen omdat ze motorschade kunnen veroorzaken vanwege aanslag op de EGR-klep. Bij Nissan/Renault pakken ze dit probleem op een originele manier aan. Deze alinea is bedoeld voor de techneuten onder de lezers, maar kan ook voor potentiële kopers van de Nissan X-Trail misschien de doorslag geven ten opzichte van bv. een Duitse SUV.

[quote AMT.nl]
Gasklep in de uitlaat – De dCi 130-dieselmotor beschikt over twee EGR-systemen, een hogedruk EGR en een lagedruk EGR. Het hogedruksysteem is een standaard EGR-systeem. Door de toevoeging van een lagedruk EGR reduceert Renault de CO2-uitstoot met 3%. Hoe werkt dat? Voor De Vroom (hij is de instructeur van de cursus waar dit artikel over gaat) dat uitlegt, verklaart hij eerst de werking van het lagedruk EGR-systeem: “Als de uitlaat van de EGR-klep zich na de turbo bevindt, heet dat een hogedruk EGR-systeem. Bij de dieselmotor loopt een kanaal door de cilinderkop om het uitlaatspruitstuk met het inlaatspruitstuk te verbinden. De uitlaatgassen worden in het kanaal van de cilinderkop gekoeld door koelwater. Het uitlaatgas wordt dan direct de motor in geleid. Een systeem waarbij de EGR-uitlaat zich voor de turbo bevindt, heet een lagedruk EGR-systeem. Uitlaatgassen gaan eerst door de katalysator en het roetfilter en worden dan teruggevoerd naar de inlaat van de turbo. Daar wordt het schone uitlaatgas weer gemengd met verse lucht. Vanaf dat moment volgt de lucht zijn normale weg door de intercooler en de turbulentieklep. Omdat de uitlaatgassen na de katalysator en het roetfilter een lage gassnelheid hebben, plaatste Renault een gasklep achterin het uitlaatsysteem. Door deze deels te sluiten, neemt de gasdruk toe en worden de uitlaatgassen via het lagedruk EGR-systeem, dat voor de klep zit, teruggevoerd. De twee systemen werken nooit tegelijkertijd, het is of de lagedruk of de hogedruk EGR die actief is. Tijdens de opwarmfase is de hogedruk EGR actief. De hete uitlaatgassen zorgen voor een snellere temperatuurstijging in de verbrandingsruimte. Ook bij een hoge motorbelasting is het hogedruk EGR-systeem actief. Het lagedruk EGR-systeem kan de hoeveelheid uitlaatgassen dan niet aan”. “Wat als er iets misgaat in de katalysator of in het roetfilter? Stel dat er iets afbreekt”, vraagt een ATC-lid. De Vroom: “Er zit nog een extra filter voor de lagedruk EGR-koeler, voor het geval dat. Dat voorkomt dat de turbo defect gaat, mocht er inderdaad iets afbreken. Het filter zal niet verstopt raken. Mocht dat wel gebeuren, dan is er serieus iets aan de hand en is het vervangen van het filter zeker niet voldoende”. Niet alleen in de uitlaat bevindt zich een gasklep. Ook tussen de turbo en de turbulentieklep zit een gasklep. Waarom? “Als de EGR-klep open staat, maar er nog niet genoeg uitlaatgas naar binnen stroomt, sluit de gasklep. Dan zuigt de motor zelf het uitlaatgas aan”, zegt de technisch trainer. Hij heeft nog een aanvulling op het EGR-systeem: “Vroeger werkte een EGR-systeem alleen in deellast. Tegenwoordig kunnen uitlaatgassen ook teruggevoerd worden als de motor stationair draait, afhankelijk van diverse parameters. De dCi-motor beschikt over een breedband-lambdasonde om het EGR-systeem te regelen. Als de motor minder zuurstof krijgt, daalt de piektemperatuur. Het is mogelijk dat de EGR teveel uitlaatgassen terugvoert. De lambdasensor registreert dat en de computer beperkt dan de hoeveelheid teruggevoerd uitlaatgas. Storingen oplossen aan een breedband-lambdasensor met een multimeter werkt niet. Je hebt een systeemtester nodig om de waarden uit te kunnen lezen”. En nu terug naar de 3% lagere CO2-uitstoot: “Het voordeel van het lagedruk EGR-systeem is dat de hoeveelheid EGR-gas dankzij de breedband-lambdasonde en de turbodrukregeling veel nauwkeuriger te regelen is. Zo is er altijd voldoende teruggevoerd EGR-gas om een te hoge NOx-uitstoot te voorkomen, maar nooit zoveel dat het ten koste gaat van het verbruik”, zegt De Vroom.

Snel opwarmen – Renault nam ook het thermo-managementsysteem onder handen. Een koude motor werkt minder efficiënt dan een warme motor. Het is dus zaak de motor zo snel mogelijk op bedrijfstemperatuur te krijgen. Renault doet dat door de koelvloeistofcirculatie rond de verbrandingskamers en cilinderboringen te verminderen. Een klep in het koelsysteem zorgt dat er geen water door het blok circuleert. Dat leidt tot een snelle temperatuurtoename. Als de motortemperatuur 72 graden Celsius is, opent de klep zich en werkt het systeem als een normaal koelsysteem. Als de motor in noodloop gaat of het maximumtoerental bereikt, gaat de klep ook open. De klep wordt via een vacuüm aangestuurd en sluit dus zodra de motor gestart wordt. “Betekent dat ook dat de inzittenden langer moeten wachten tot de kachel warm is?”, vraagt een ATC-lid. “Nee”, zegt De Vroom. “Het systeem warmt juist sneller op, waardoor de verwarming dus ook eerder warm is.” Het systeem werkt bewust via een vacuüm, zodat er in geval van een storing geen gevolgschade ontstaat, omdat het systeem dan als een traditioneel koelsysteem werkt. Een andere manier van Renault om brandstof te besparen is het toepassen van een oliepomp met variabele opbrengst. Die past de oliestroom aan op basis van de behoefte van de motor. Hierdoor wordt het energieverbruik van de pomp beperkt. De pomp werkt mechanisch. Een slagring in de pomp verschuift afhankelijk van de druk en bepaalt de pompcapaciteit.
[/quote AMT.nl]

YouTube-filmpje over 130 dCi motorblok:

Hè, hè eindelijk kunnen we vertrekken
Maandagochtend stond ik al om 05.15u naast mijn bed want ik had afgesproken om klokslag 05.45u bij Anneke te zijn. Ik wilde namelijk om exact 06.00 de snelweg oprijden bij Leiderdorp, want we hadden een lange dag en bijna 1.100 km (Leiden -> Le Montat) voor de boeg. Mijn doel was namelijk om op één tank diesel (=60 liter) naar Zuid-Frankrijk te rijden, dat is een afstand van bijna 1.100 km dus dat zou theoretisch ruimschoots moeten lukken op grond van het opgegeven verbruik van 1:20,83. Mijn plan was om zo constant mogelijk 100 km/u op de cruise control te rijden en dan maar zien hoe ver we zouden komen op een halve tank. Daarna kon ik dan altijd alsnog de snelheid iets opvoeren. Zoals gepland reed ik via het rotondecircus – nu even niet – om exact 06.00u de A4 op bij Leiderdorp. Ook nu weer was ik verbaasd over de drukte op de weg (een week eerder had ik de Opel Corsa rond deze tijd teruggebracht naar de importeur), ik moet er niet aan denken iedere dag al zo vroeg in de auto te moeten zitten op weg naar mijn werk. De rit ging lekker en ook na het passeren van de Nederlands-Belgische grens reed het goed door, alleen richting Gent hebben we even wat langzamer gereden. Rond het middaguur reden we door Parijs heen, en ik moet zeggen dat ik er nog nooit zo snel doorheen gereden ben.

Omdat Parijs nogal lastig kan zijn hadden Anneke en haar man in het verleden een routebeschrijving gemaakt van de juiste afslagen voor de snelst mogelijke route door Parijs heen. Het was dus erg leuk om te kijken of de NavSat van de Nissan X-Trail exact dezelfde snelle route aan zou geven. En inderdaad gaf de NavSat van de Nissan X-Trail exact dezelfde afslagen aan, leuk om te weten dat de navigatiesoftware dit dus goed doet. Want dat dit niet zo natuurlijk is heb ik al meer dan eens gemerkt, een dansend navigatiepijltje in een korenveld is nou niet bepaald iets waar ik op zit te wachten. Na Parijs zijn we even gestopt bij een pompstation om wat eten en een sanitaire stop. Dat had ik wel even nodig want ik was best moe, niet zozeer van het rijden zelf maar nog van de week ervoor. Het was erg druk geweest op werk en dan merk ik toch duidelijk hoe inspannend mijn werk (laboratorium van een IVF-kliniek) is zowel fysiek als mentaal. Het rijden ging tot nu toe erg lekker, het lukte me erg goed om de 100 km/u gemiddeld aan te houden. Zelfs de gemiddelde snelheid lag maar net onder de 100 km/u en dat is ronduit netjes te noemen. Ga maar eens proberen om 100 km/u gemiddeld te halen op een afstand van 1.000-1.600 km dan zul je al snel merken dat dit zo goed als onmogelijk is.

Op één tankvulling
De boordcomputer gaf heel lang een afstand van tussen de 700-800 km aan als actieradius. Dat was uiteraard vanwege mijn sportieve rijstijl voor vertrek, het duurde dan ook behoorlijk lang voordat de nog te rijden afstand onder die van de actieradius kwam. Uiteindelijk bleef de tripmeter na het opslurpen van exact een halve tank diesel steken op 725,5 km wat een verbruik is van rond de 1:22 want ik had de tank afgevuld tot aan de tankdop. Aangezien er achteraf dan zo’n 63 liter in de brandstoftank blijkt te passen kwam ik dus op 725,5 km/33 ltr diesel. Dat is ruim 1,15 km meer dan in de brochure vermeld staat dus dat is werkelijk uitstekend te noemen. Ik ken geen andere SUV-diesels van deze grootte/gewicht die dit halen, daarmee scoort deze Nissan X-Trail dus hele dikke punten. De meeste Duitse automerken gebruiken 2-liter dieselmotoren voor hun SUV’s en die halen een dergelijk verbruik bij lange na niet. Met nog iets van 1.093,1 – 725,5 = 367,6 km te gaan kon ik met een halfvolle brandstoftank dus een beetje gas bij geven. Ik heb de snelheid opgeschroefd naar 120 km/u en daardoor waren we rond 18.30u in Le Montat, met nog 88 km actieradius over volgens de boordcomputer. Dat is een hele mooie score qua tijd en qua verbruik vooral vanwege het feit dat ik het met gemak op één volle brandstoftank heb gehaald. Bijna overal op tv/internet/etc. moet ik steeds weer horen of lezen dat de door de autofabrikant opgegeven verbruiken niet kloppen. Ik vrees echter dat het vooral de rechtervoet van de meeste automobilisten is, beheersing van de rechtervoet is essentieel om het opgegeven verbruik te halen. Het komt wel eens voor dat ook ik het opgegeven verbruik niet haal, maar meestal is daar dan een goede reden (bv. winterbanden=10 procent hoger verbruik) voor. Soms ook niet maar dan probeer ik in ieder geval nog een tweede exemplaar om uit te sluiten dat het exemplarisch is. En soms weet ik het gewoon echt niet zoals bij de Lancia Ypsilon het geval was. Totaalverbruik Leiden -> Le Montat – afstand 1093,5 km/60 ltr diesel = 1:18,21 gemiddeld.

Nederland op stelten
Zelden ben ik zo blij wakker geworden als dinsdag 10 maart, want op het NOS-journaal zag ik dat Opstelten en Teeven ontslag hadden genomen. Twee VVD-criminelen in een hele lange rij van VVD-criminelen – www.vn.nl/Politieke-Integriteitsindex.htm#VVD – die eindelijk de enig juiste conclusie hebben getrokken. Maar het werd nog beter/leuker/mooier want de lucht was strakblauw en de temperatuur liep al snel op naar 18-20 graden Celsius, soms is het leven gewoon goed of zoals de Fransen zeggen: “La vie c’est ici!”. Oké ik was steeds meer verkouden aan het worden sinds zondag maar honderd maal liever dit dan gezond in Nederland. Na lekker uitgeslapen te hebben van de lange rit op maandag zijn we na het middageten in de Nissan X-Trail vertrokken voor een leuke dag in de omgeving. Eerst maar eens tanken bij Carrefour waar 1 liter diesel slechts €1,19 moest kosten, goedkoper nog weer dan in Nederland zowaar. Daarna ging de rit verder naar Lalbanque dat bekend is om zijn truffelmarkt, 1 kilo truffels kost iets van €1.000,- dus ga maar na. Ik heb werkelijk geen flauw idee wat er nou zo lekker is aan een truffel, net als whiskey naar eikenhout smaakt zo smaakt een truffel naar aarde. Zwaar overtrokken dus allemaal dat truffels zo bijzonder zouden smaken. Na wat foto’s gemaakt te hebben en het stadje Lalbanque bekeken te hebben reden we verder richting het uitermate idyllische bergdorpje Saint-Cirq-de-la-Popie. Een mooie rit over bochtige bergwegen, en een goede gelegenheid om eens te kijken hoe krachtig de 1.6-liter diesel nou werkelijk is. Op een gegeven moment belandde ik door een foutje van mij bergop in de 3de versnelling bij 1.200 toeren en daar bleef de toerentellernaald bewegingloos bleef hangen. Zodra ik echter terugschakelde en in de buurt van die 1.500 toeren kwam trok de 1.6 liter dieselmotor de Nissan X-Trail met het grootste gemak bergop. Het is dus echt van belang de 6-bak goed te benutten en zorgen dat het motorblok steeds 1.500 toeren of meer draait. Dan blijkt deze Nissan X-Trail namelijk een fantastisch fijne auto in de bergen zelfs met 4 personen aan boord.

Na een uitgebreide wandeling door het fraaie bergdorpje Saint-Cirq-de-la-Popie (komt die kreet Popie-Jopie hier misschien vandaan?) en een heerlijke koffie zijn we verder gereden op weg naar Esclauzels. Ook weer zo’n idyllisch dorpje dit keer met water in het midden waar het werkelijk stikte van de kikkers. In dit dorpje vindt ’s zomers een speciale eetfestiviteit plaats genaamd Gourmande. Er wordt dan gegeten met maar liefst 300-400 mensen middenin het dorp, iets om te onthouden voor een volgende keer dus. Na wat mooie foto’s gemaakt te hebben zijn we het dorpje Aujols gaan bekijken. In dit dorpje bevindt zich in het midden een wasplaats, rondom de vijver staan allemaal grote wasstenen uit vroeger tijden. De vrouwen uit het dorp deden hier hun was en schrobden de was dan op die grote platte stenen. Het laatste dorpje van die dag was Laburgade, een dorpje met allemaal waterputten afkomstig van een ondergrondse bron. Ik moet zeggen dat het erg leuk was om op stap te gaan met mensen die hier al heel lang wonen, en puur uit interesse voor geschiedenis alles van de dorpjes in de wijde omgeving weten. Na Laburgade zijn we terug gereden naar Le Montat, een ritje van slechts 13,7 km door de heuvels van de Midi-Pyrénées. Hier wordt trouwens een taal gesproken met de grappige naam “Occitan”. Het is een taal (die overigens weer meerdere dialecten kent) die helaas op uitsterven staat. Terug rijdend naar Le Montat kreeg ik wel commentaar van de dames achterin, want ze schoven zo heen en weer over de achterbank in de bochten. Daar hadden ze in de Peugeot geen last van, maar dat snap ik wel want die Peugeot heeft geen vierwielaandrijving. Door de vierwielaandrijving kan ik hier harder door de bochten heen rijden, tja en dat merk je op de achterbank uiteraard meer dan voorin.

Nog veel meer moois!
De volgende dag zijn we naar twee hele mooie vestingstadjes gereden, en dat was een waar feest want in deze tijd van het jaar zijn die dorpjes vrijwel toeristenloos (op een paar Japanners met selfiesticks na dan). We hadden het eerste dorpje Bruniquel, een belangrijke handelsstad in de middeleeuwen, letterlijk helemaal voor ons alleen. De rit er naartoe ging over op het einde steeds bochtiger wordende bergwegen, een terrein waar deze Nissan X-Trail geknipt voor is met zijn dieselmotor en All Mode functie. Het grappige is dat ik locals mede hierdoor redelijk makkelijk los kon rijden, eerst liet ik ze even bumperkleven maar als ik vervolgens gas gaf en wat harder door de scherpe bochten heen reed loste ik ze met gemak. In één bocht lag allemaal grint en andere troep op de weg, iets waar de Nissan X-Trail met zijn vierwielaandrijving totaal geen probleem mee had. De dames achterin schrokken wel even toen het onderstel even weg gleed maar de Nissan X-Trail herstelde zich direct. Wat ook erg fijn is op deze bochtige stuiterweggetjes is de functie Active Ride Control. [quote Nissan.nl] Met Active Ride Control kan de X-Trail automatisch de rem activeren en het koppel aanpassen nadat u over een hobbel bent gereden. Zo blijft alles rustig aan boord. [/quote Nissan.nl] Beter gezegd: dit actieve systeem houdt de duik- en rolbewegingen van de Nissan X-Trail binnen de perken. Naast dit systeem heeft de Nissan X-Trail ook nog Active Trace Control. Dit systeem kun je het beste omschrijven als een soort van elektronisch sperdif. Active Trace Control kun je het beste aan het werk voelen door in de 2WD-stand in een haakse bocht plankgas te geven in de 2de versnelling. Dat heb ik uiteraard niet gedaan met de dames achterin, maar even helemaal alleen op een stil stukje weg. Het systeem werkt perfect want zelfs als ik op de grens reed bleef de grote zware Nissan X-Trail goed controleerbaar.

Na het bezoek aan Bruniquel zijn we naar een nog veel mooier vestingstadje gereden genaamd Cordes-sur-Ciel. Ik vond ergens nog een mooi stukje tekst over dit zeer bijzonder vestingstadje. [quote Logissurciel.com] Cordes werd in 1222 gesticht door Raymond VII, graaf van Toulouse, als Cordoas – verwijzend naar het Spaanse Cordoba . De toenmalige bewoners van de Languedoc voelden niet alleen meer verwantschap met noord-Spanje, ook hun taal, de langue d’Oc, lijkt meer op Catalaans dan op Frans. Het ontstaan van Cordes viel in een korte pauze tijdens de bloedige Kruistocht tegen de Christelijke Katharen (niet tegen de moslims..) waarin Paus en Franse koning samengingen om de Midi bij Frankrijk in te lijven en er de Katharen uit te roeien. Onder de bevolking vonden de Kathaarse Bonshommes meer waardering dan de rijke en vaak corrupte kerk. In de loop van de 13e eeuw maakte de speciaal daartoe opgerichte Inquisitie echter korte metten met hen en de Katharen werden “ketters” die bij duizenden een einde vonden op de brandstapels. In dit kader ontstond Cordoas: Als scharnier tussen Noord-Europa en de wereld van de Islam was de Zuidfranse Languedoc , land van troubadours, het economisch en culturele zwaartepunt van Middeleeuws Europa. Maar in voorbije jaren waren omliggende stadjes en dorpen door de binnenvallende Kruisvaarders verwoest en geplunderd. De bevolking was op drift geraakt en de in het nauw gedreven Graaf van Toulouse had behoefte aan een verdedigbare vesting die als steunpunt dienen kon voor de kastelen aan zijn noordgrens. Als de graaf in één slag alle nodige rechten verleent verrijst binnen een drietal jaren bovenop de steile Puech de Mordagne een vestingstad die veiligheid biedt. Vluchtelingen stromen dan ook toe om hier een nieuw bestaan op te bouwen. En daarmee werd Cordes model voor meer dan 200 nieuwe stadjes die in de komende eeuwen op soortgelijke wijze uit de grond gestampt werden; Castelnau’s of Bastides. Cordes is niet alleen de allereerste bastide.. het is ook de allerfraaiste. [/quote Logissurciel.com]

Jeudi
Op de voorlaatste dag van mijn tot dan toe fantastische vakantie met uitsluitend fraai voorjaarsweer (zon, onbewolkt, 18-23 graden Celsius) hebben we een bezoekje gebracht aan Cahors. Deze fraaie stad – ik citeer even uit wikipedia – (Occitaans: Caurs) is een Franse gemeente en de hoofdstad (préfecture) van het departement Lot. De stad ligt in een meander van de rivier de Lot en is bijna volledig omgeven door water. De ligging is uniek: op een gelijke afstand van de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de Pyreneeën. De inwoners van de stad heten Cadurciens (vroeger: Cahorsins). Tegenwoordig is de stad vooral bekend als toeristische trekpleister en als het centrum van de beroemde AOC Cahorswijn. De bewoning van deze plek gaat terug tot aan de eerste eeuw. De Romeinen hebben zich toen in Cahors (dat destijds Divona Cadurcum heette) gevestigd. Ze verlieten Cahors rond het jaar 500 en lieten veel bouwwerken na, die echter in 574 door Vandalen (de Vandalen waren een Oost-Germaanse stam) werden vernield. In de zevende eeuw is er een verdedigingsmuur opgetrokken van zuid naar noord, zodat men ten oosten daarvan kon leven en wonen. Desondanks is de stad in de achtste eeuw binnen negenentwintig jaar nog twee keer grondig verwoest. De stad is daarna in de loop van de eeuwen meermaals inzet van conflicten geweest tussen bisschoppen, consuls en drosten. Einde citaat wikipedia. Wie nog nooit in dit deel van Frankrijk is geweest kan ik het ten zeerste aanraden, vooral als je van geschiedenis houdt kun je absoluut je hart ophalen. Vrijdagavond zijn we nog met zijn allen uit eten geweest in Cahors waarna we zaterdagochtend vroeg weer op huis zijn aan gegaan.

Dit keer zijn we niet zo vroeg vertrokken als maandag, daar hadden we namelijk allebei geen zin in. Om 07.30u startte ik de dieselmotor van de Nissan X-Trail, en eenmaal op de tolweg heb ik de cruise control dit keer op 110 km/u vast gezet. Ik was benieuwd of ik met een constante snelheid van 110 km/u op één volle tank diesel naar Nederland zou kunnen rijden. Net als op de heenweg verliep de reis zeer voorspoedig, ook nu weer waren we in een poep en een scheet door Parijs heen. Dit keer gaf de tripmeter na het opslurpen van halve tank diesel exact 525 km aan, dat betekent dus ruim 200 km minder op een halve tank diesel dan op de heenweg. Uiteindelijk heb ik vlak voor de Nederlandse grens getankt want ik vreesde het absoluut niet te gaan redden met de brandstofmeter reeds ruim in het rood. Dit keer kwam ik uit op 939,9 km/58,02 ltr diesel = 1:16,99 wat een stuk slechter is dan op de heenweg. Uiteindelijk was ik om 19.30u weer thuis wat neerkomt op slechts een half uurtje minder reistijd dan op de heenweg. Zo zie je maar weer dat rustig rijden niet alleen financieel lonend is, maar het laat ook zien dat sneller rijden totaal nutteloos is want op zo’n lange afstand is de tijdswinst namelijk volledig te verwaarlozen.