Suzuki Alto Exclusive 1.0 Automaat 2009 – autotest

 

Deze testauto werd ons aangeboden door BV Nimag



Driecilinder ‘Go-kart’ bochtenjunkie

Van leunstoel naar hobbelpaard
Wanneer je zoals ik deze week vanuit een Amerikaanse V8 zesliter oldtimer met luchtondersteunde wielophanging – dikke, vooral oude(re) Amerikanen, ik heb daar al sinds mijn vijfde levensjaar een naar Nederlandse maatstaven moeilijk verklaarbare tik aan overgehouden – overstapt in de nieuwe 2009 Suzuki Alto, is er wel even sprake van een lichtelijke cultuurschok [1]. En dat is een understatement, omdat het contrast welhaast niet groter had kunnen zijn. Een korte maar heftige overstap dus, omdat uiteindelijk de meeste autotypes de eigen charme hebben. De nieuwe Suzuki Alto 1.0 Exclusive vormt daar gelukkig geen uitzondering op. Toch was mijn eerste reactie er eentje van: Wat IS dit?! Zo’n bikkelharde wielophanging? Dat kunnen ze bij Suzuki toch niet serieus menen?

Waar namelijk alle bestuurderinbreng bij dat andere uiterste in de vorm van de spreekwoordelijke cruiser/slagschip/dweil/softy noodzakelijkerwijze in slow motion plaatsheeft om niet alleen vanzelfsprekend comfortabel zoals thuis in je luie stoel, maar ook nog vloeiend te kunnen rijden, smeekt de harde en vierkante Alto al van meet af aan om het betere gooi en smijtwerk door de felle en gretige manier waarop deze met zijn bliksemsnelle en loepzuivere feedback reageert op die inbreng.

Maar ook: door diezelfde eigenschappen voelt de Alto aan als een hobbelpaard bij elke drempel of oneffenheid in het wegdek – bij het verwerken van drempels, potgaten en wasborden is dus wel enige slow motion (lees: beleid) gewenst als je niet letterlijk uit je dak wilt gaan. Waar men het bij de voormalige tapijtfabrikant Suzuki dus heeft over een multi rigid-as (vrij vertaald: hyper-starre achteras) dan bedoelen zij dat ook zo. Zoals gezegd bleek die aanvankelijke schok maar van korte duur, want tijdens het afraffelen van een mooie gladde rivierdijk kwam de combinatie van superkorte wielbasis, spoorbreedte en strakke wielophanging als geroepen: het gas kon erop en hoefde er maar sporadisch weer vanaf met of zonder tegenliggers, dankzij die compacte buitenafmetingen. Deze optelsom van het betere stuurwerk + Alto-afmetingen vertaalt zich dus naar “Met je vingers in je neus en als op een dubbeltje” rijden, lees: LOL. Uitwijken was op de dijk – en later ook in de stad! – dan ook niet veel meer dan een quasi-nonchalant stuurcorrectie rukje zonder dat de gang eruit hoefde.

Wie het daarom toch nog presteert om deze korte Alto NOG korter te rijden, moet niet alleen goed kunnen mikken, maar kan vooral maar beter bij zichzelf te rade gaan, zo flitste het door mij heen, heerlijk, zo’n handelbaar en trefzeker ding. Vanaf dat moment werd mij duidelijk dat dit een FUN-testweek met go-kart trekjes zou gaan worden. Want waar anderen tijdens het haakse bochtenwerk met hun dikke lomperik juist van het gas af gaan, kunnen bij de Alto het gas, de cadans en het momentum erop en erin blijven. De grijns van een bochtenjunkie met zijn driepitter rugzak bleek dus al snel net zo cool te zijn als de stoïcijnse blik van een cruisende patser met zijn dikke, opgezwollen V8. Lachuh!

Van achtpitter naar driepitter
Als krachtbron voor de nieuwe Alto heeft Suzuki gekozen voor de elektronisch ingespoten 996cc driecilinder twaalfklepper die met zijn bijna vierkante boring x slag en compressieverhouding van 11:1 niet alleen veel sterker en feller aanvoelt dan de opgegeven 68pk, maar daardoor ook geschikt is voor zowel een standaardbak als voor een automaat. Dit felle en compacte blokje zijn wij al in meerdere auto’s tegengekomen, en vermoedelijk is de basis ervoor ontwikkeld door Ricardo Engineering in Shoreham, UK, een bedrijf dat een grote reputatie heeft verworven met de ontwikkeling van nieuwe motoren voor vele grote opdrachtgevers wereldwijd. LPG of CNG rijders moeten echter afhaken, dit blokje is niet geschikt voor het rijden op gas. De handgeschakelde uitvoering heeft het A-label meegekregen, en voor de automaat in onze testversie met een meerprijs van €2.000,- geldt het B-label. Die automaat is van het 4-traps met lockup en elektronisch gestuurde type. Verdere opties bovenop de standaard nog rijkere (!) uitrusting als die van de luxe Amerikaan van weleer zijn enkel nog maar het ESP en de metaallak.

Met ons veelvuldige kickdown gebruik en gassen kwamen wij toch nog aan een verbazende 1:17 verbruikswaarde, en in de ‘knijpstand’ vroeg het blok om slechts 1,2 liter voor een afstand van 25 kilometer, dat was al helemaal lachen bij de pomp. Met het leegrijden van die eerste tank ben ik tot het uiterste gegaan (kan ik mij best veroorloven, want als ik leeg kom te staan bel ik toch gewoon Daan even). Grappig om te zien wat er dan gebeurt: eerst verschijnt er het bekende oranje benzinepomp lampje. Gewoon stug doorrijden, die meters overdrijven toch altijd, of niet soms? Vijfendertig kilometer verderop begint vervolgens het laatste LED-blokje van de tankvoorraad zenuwachtig te knipperen. Oeps, nu maar beter zo snel mogelijk ff tanken. Blijkt dat er dan nog eens zeventien kilometer verderop toch nog 2,5 liter van de 35 liter tankinhoud over is gebleven, goed voor NOG eens bijna veertig kilometer. Daar zal Daan achteraf gezien heel blij mee zijn. En dat is ook andere koek dan de 1:5,5 van de oude 6.0L cruiser/slurper… (Don’t try this with an unforgiving two-ton old-school V8, folks!)

Strakke vlotte lijnen
Gedurende deze testweek was het opvallend om te zien hoeveel oudere en eerste generatie Alto’s er nog rondrijden, ook al zien met name die oer-Alto’s er vaak niet meer uit. Dat zegt natuurlijk wel iets over de Suzuki-techniek, omdat je voor die eerste Alto alweer terug moet naar begin tachtiger jaren. Pas wanneer je de nieuwe Alto naast zijn voorgangers zet, zie je hoeveel vlotter en agressiever het lijnenspel van wat in feite als een oubollig vierkant doosje is begonnen, zich helemaal heeft ontwikkeld tot een strak en eigentijds design. Deze vierdeurs uitvoering ziet er gewoon rondom heel gelikt uit, vooral in deze spierwitte kleurstelling. Omdat vier volwassenen nog redelijk goed geaccommodeerd zijn door het slim benutten van de binnenruimte, zul je wel eerder een beroep moeten doen op de in delen 50/50 neerklapbare achterleuningen, want met de leuningen omhoog is de bagageruimte beperkt tot hooguit twee of drie flinke boodschappentassen.

Woon-werk
Het zal niemand verbazen dat woon-werk gebruik, het rijden in de files en parkeren met zo’n compacte auto een eitje is, zeker in combinatie met het pittige blokje, de sportievere automaat, en het lage gewicht van 830kg. Je leest het goed, sportiever, want met de standaardbak ben je zelfs nog iets zuiniger in het verbruik. Uitgekiende en op prestatie gerichte overbrengingen met snelle schakelmomenten van die automaat zijn hier vooral debet aan. Probeer daar maar eens met de hand tegenop te koppelen en schakelen. Met behulp van de kickdown, die overigens exact bij het rode gebied van de begrensde 6000 tpm opschakelt, kun je ook vlot en veilig een oprit naar de snelweg uitrijden en invoegen tussen de allerlaatste kleine gaatjes. Hoewel onder die omstandigheden duidelijk merkbaar is dat het blokje er flink aan trekt, kun je dus heel goed meekomen met de rest in de dagelijkse ratrace van en naar de werkplek.

Aanvallen van uitersten
Old school V8 of handige kleine Go-kart? Het meest verrassende over het antwoord op die vraag over deze semi shoot-out zou nog gaan blijken. In de loop van de week kon ik namelijk met nog iets anders gaan rijden wat precies tussen deze twee in zit. Typisch een van die auto’s die probeert het beste van twee werelden te zijn, zonder in elk van die twee uitersten echt uit te blinken. En wat schetst mijn verbazing? Ik wilde na een paar blokjes om al meteen weer terug naar ‘mijn’ gooi-en-smijt Alto Go-kart. Het ene of andere uiterste, daar kun je mij elke dag blij mee maken, dat is de les die mij deze week opnieuw is getoond. Maar iets als een grijze muis daar tussenin? Bedankt, maar geen dank, zeg ik dan.

[1] Hoe verklaar je emotie? Hoe leg je een hobby uit? Toch is er weldegelijk een uitgebreid verhaal en achtergrond verbonden aan genoemde ‘tik’. Belangstellende lezers kunnen hiervoor terecht op http://www.cadillacclub.nl/eldodaily.html om in woord en beeld kennis te nemen van mijn relaas over het Pathos van mijn voorliefde voor US oldtimers dat recentelijk heeft geleid tot de restauratie van mijn geïmporteerde ‘EldoDaily’, de eerste ‘compacte’ en ‘zuinige’ Amerikaan uit het personal luxury segment.

Specificaties

Jaargang

2009

Carrosserie

stadscombi

Transmissie

automaat

Aantal deuren

5 deuren of meer

Brandstof

Benzine

Type motor

Wankel

Aantal cilinders

3

Acceleratie (0-100/sec)

17 seconden

Topsnelheid

150km/u

Vermogen

50(68)/6.000 kW (pk)/rpm

Koppel

90/3.400 nm/rpm

Cilinderinhoud

1.0/996 liter

Kleppen per cilinder

4

Compressieverhouding

1:11

Aandrijving

voorwielaandrijving

Remmen voor

Geventileerde schijven

Remmen achter

Trommels

Draaicirkel

9,0 meter

Overig

Type bekleding

Stof

Velgen

14-inch

Milieu en veiligheid

Verbruik

 

Bebouwde kom

6,7 liter/100 km

Snelweg

4,5 liter/100 km

Gemiddeld verbruik

5,2 liter/100 km

C02 uitstoot

122 gram/km

Energielabel

A

Afmetingen

Lengte

3.500 mm

Breedte

1.600 mm

Hoogte

1.470 mm

Wielbasis

2.360 mm

Spoorbreedte voor

1.405 mm

Spoorbreedte achter

1.400 mm

Massa leeg

855 kg

Max. toelaatbare massa

1.250 kg

Aanhanger geremd

200 kg

Aanhanger ongeremd

100 kg

inhoud bagageruimte

129 liter

Bandenmaat

155/65-R14

Kosten aanschaf

Kosten gebruik per maand