Suzuki Ignis Style 1.2 Smart Hybrid CVT 2020 – autotest

 

Deze testauto werd ons aangeboden door BV Nimag

Suzi Smart Style

Samenvatting

Hoe groot kan een glimlach op je gezicht worden in een goedkope kleine auto? Heel groot dus zoals blijkt in deze Suzuki Ignis met CVT. Dat klein moet je overigens met een grote korrel zou nemen als je ziet hoeveel bagage er in de kofferbak past en dat zelfs lange personen prima op de achterbank kunnen zitten zonder hun hoofd te stoten. Dit is misschien wel de meest slimme kleine auto die er te koop is in Nederland. Extreem zuinig, extreem licht en klein en gewoon extreem leuk om in te rijden. Suzuki bewijst eens temeer dat kleine lichte auto’s een hele klanttevredenheid-score opleveren die ook nog eens uitblinken in betrouwbaarheid want het aantal technische mankementen ligt extreem laag. Je kunt 100 maal beter een Suzuki dan een Audi, BMW of Mercedes kopen, die Duitse degelijkheid is namelijk een heel groot fabeltje. Qua rijden is de nieuwe Suzuki Ignis een heerlijke auto vooral omdat de vering/demping uitstekend is. Daardoor is de wegligging ondanks de smalle/175 en kleine/16-inch eco-banden veel beter dan je zou denken. Veel automobilisten hebben iets tegen een CVT maar zelfs mijn zwager was helemaal om na het rijden in deze Suzuki Ignis met CVT. Ik kan eigenlijk heel kort zijn over deze vernieuwde Suzuki Ignis en dat is dat het een fabuleus goede kleine auto is die heel veel waar voor zijn geld biedt. Waar blijft die elektrische variant?

Plus: Bagageruimte – Klein en toch groot – Remmen (dankzij het lage gewicht) – Stuurflippers – Stuurgedrag – Verbruik – Vering/demping – Hoofdruimte achterin

Min: Waarom is er nog geen elektrische variant?

Testverslag
Dit is de tweede keer dat ik de Suzuki Ignis test en ook nu weer viel ik als een blok voor deze leukste kleine auto die er te koop is. Suzuki bewijst dat een kleine auto er absoluut niet saai hoeft uit te zien. Groot voordeel is bovendien dat ie niet alleen maar klein is maar vooral ook erg licht. Vreemd eigenlijk dat veel automerken in deze moderne tijd nog steeds niet in staat zijn lichte auto’s te maken, erger nog ze zijn alleen maar groter zwaarder geworden dan vroegah! De Britse financieringsmaatschappij Zuto-dot-com heeft daar onderzoek naar gedaan en analyseerde de afmetingen van 14 populaire modellen vanaf het moment dat ze voor het eerst op de markt kwamen tot nu. Dit om te bepalen of en in welke mate ze de afgelopen jaren zijn gegroeid. Negen van de veertien modellen bleken in alle richtingen gegroeid, of het nou gaat om het gewicht, de lengte/hoogte, de wielbasis of de bagageruimte. Slechts vijf modellen lieten op sommige punten een kleine daling van de afmetingen zien. De grootste stijger is de Ford Mustang, die ten opzichte van het origineel maar liefst 63 procent groter is. Dat is niet zo vreemd, want het eerste ontwerp stamt uit de jaren 60. Ook de Mini Cooper is allang niet meer ‘mini’. Dat model is nu 61 procent groter dan het origineel. De Fiat 500, eveneens een evergreen, is met een gewicht van 865 kilo maar liefst 73 procent zwaarder dan het eerste model uit 1957. Het enige voertuig dat kromp, is de Range Rover, die drie procent minder lang is en twee procent lichter dan het origineel. En van die laatste sta je dan toch weer even te kijken want juist van die totaal overbodige auto zou je dat nou net níet verwachten. Wel grappig dat ik overstapte van mini naar mini want ik was van Kia Motors in Breukelen naar BV Nimag gereden op mijn Honda MSX 125 die Honda nu eindelijk ook in Nederland Honda Grom gaat noemen. Na het instappen reed ik de showroom uit naar buiten en mama mia wat ik moest ik wennen aan deze kleine lichte auto na de 1.494 kg zware Kia XCeed 1.6 GDI PHEV DCT6. De Suzuki Ignis is maar liefst ruim 42 procent lichter dan de Kia. En dan ook nog een CVT en geen gewone automaat dus ook daar moest ik aan wennen. Een CVT in een kleine lichte auto voelt totaal anders aan dan in een grote zwaardere auto zoals bijvoorbeeld een Lexus IS. Voor mijn gevoel reed ik in een speelgoedauto met kauwgomballenvering, ha, ha heerlijk dit gaat zekersteweten een leuke week worden.

Eenmaal onder de A2 door sloeg ik op de rotonde rechtsaf omhoog en bij de stoplichten ging ik expres links staan op de rechter voorsorteerstrook zodat ik snel optrekkend meteen weer links voor linksaf kon voorsorteren de A2 op. De auto’s rechts van mij hadden hetzelfde idee alleen was ik ze dankzij de CVT te snel af en kon ik linksaf naar de A2 – het stoplicht stond op groen dus ik kon meteen doorknallen – en nog net voor een DHL-bus langs de oprit oprijden. Met minder dan 100 Pk aan vermogen ben je dus zeker geen kansloze auto in het verkeer. Tijdens mijn gesprek met de PR Manager vertelde ik nog dat ik de vorige Ignis zo fijn vond ondanks de maar 90 Pk aan vermogen. Daarna vertelde hij mij dat deze vernieuwde versie nog maar een vermogen van 83 Pk heeft. De exacte cijfers – Oud: 1.2-liter/1.242cc – 90 Pk/6.000 – 120 Nm/4.400 – Nieuw: 1.2-liter/1.197cc – 83 Pk/6.000 – 107 Nm/2.800. Qua vermogen gaat het dus om 7 Pk minder bij hetzelfde toerental en 13 Nm minder maar het maximum koppel wordt wel bereikt bij een lager toerental dan voorheen en dat met 45cc minder cilinderinhoud. Eenmaal op de A2 moest ik al snel weer naar rechts om via een hoge fly-over naar de A12 te kruisen richting Den Haag. De auto voor mij ging gelukkig snel naar rechts zodat ik alle vrachtwagens in kon halen. Op het hoogste deel van de fly-over gaf ik nog wat gas bij en ik was verrast hoe goed de wegligging van deze kleine SUV dan toch weer blijkt te zijn. Door nog iets meer gas bij te geven – ja ook dat ging nog steeds goed – kon ik nog net voorlangs de laatste vrachtwagen kruisen en zonder af te hoeven remmen de A12 oprijden. Eenmaal 100 km/u op de Cruise Control rijdend zag ik dat het toerental verrassend laag was, maar net iets meer dan 2.000 toeren. Het is net alsof de CVT ineens op een lagere overbrengingsverhouding overschakelt, iets waar ik het stom toevallig met de PR Manager van Suzuki ook nog over had. Ik zei tegen hem dat ik me een Mitsubishi Space Star kon herinneren die een (duidelijk voelbare!) twee-traps CVT had.

Snel, snel, snel
Snel even naar Hoogvliet met mijn moeder boodschappen doen want op donderdag verschijnt De Rijnsburger altijd en als rasechte Rijnsburger leest mijn moeder dat huis-aan-huisblad altijd. Ze kon niet fietsen vanwege pijn in haar schouder dus vandaar dat ik zei: “Ma we gaan gewoon even snel op en neer!” Daarna nog even snel kaas en eieren halen bij boerderij Nellesteijn bekend van ‘Boer zoekt vrouw’. Na mijn moeder thuis afgezet te hebben zag ik de zon doorkomen en dacht meteen snel in de Soes naar Wassenaar om mooie sfeerfoto’s te maken. Dat lukte prima op één foto – die bij de molen – na maar die heb ik later die week uit werk vandaan alsnog gemaakt. Eenmaal thuis begon ik met schrijven en bekeek ik ook even de technische specificaties en zag ik dat deze Suzuki Ignis CVT inderdaad van het type twee-traps is en dus een hoge en lage gearing heeft. Maar deze werkt anders dan die van de Mitsubishi Space Star. Als je in de Mitsubishi Space Star gedurende de acceleratie of na het bereiken van een bepaalde snelheid (vanaf ongeveer 20 km/u tot en met 110 km/u) het gaspedaal even loslaat dan wordt de 2de overbrengingsverhouding automatisch ingeschakeld. Het gevolg hiervan is een dalend toerental dat een lager verbruik oplevert. Bij een constante acceleratie zal de 1ste overbrengingsverhouding ingeschakeld blijven tot zo’n 110 km/u. Bij deze Suzuki Ignis hoeft dat niet want deze CVT gaat volledig traploos van de lage gearing naar de hoge gearing en andersom afhankelijk van de rij-omstandigheden. Wat deze Suzuki Ignis CVT nog leuker maakt zijn de met het stuur meedraaiende schakelpaddles of stuurflippers zo je wilt.cMet flipperen in de D-stand verschijnt de M-versnelling in beeld en na 3-4 seconden schakelt de CVT weer over van M naar D. De versnellingspook één stand verder naar achteren duwen (= beveiligd) is de M-stand dan moet je zelf opschakelen. In elk van de 7 versnellingen kun je dus doortrekken tot aan de toerenbegrenzer maar vlak voor het rode gebied schakelt de CVT automatisch over naar de volgende versnelling dat dan weer wel.
Overbrengingsverhouding
Versnelling 1: 4,006 – 0,550
Versnelling 2 t/m 6: Laag: 4,006 – 1.001/Hoog: 2,200 – 0,550
Achteruit: 3,771
Eind-overbrengingsverhouding: 3,757

Vrijdag de 13de
Voor veel mensen is vrijdag de 13de een dag die is omgeven met bijgeloof maar voor mij is het in november vooral een gedenkdag. Mijn vader is 24 jaar geleden op 21 mei dood gereden door een vrachtwagen en hij was niet alleen geboren op vrijdag de 13de maar ook nog eens in het jaar 1931 = 13-11-31. Ik pink dus altijd even een traantje weg op vrijdag de 13de november want ook na zo’n lange tijd blijft het een open wond. Maar het leven gaat door en het testen van auto’s ook dus ik stapte 13-11-20 in de Suzuki Ignis 1.2 Smart Hybrid CVT Style. Na de eerste testdag verwachtte ik een mini-SUV die vooral erg comfortabel aanvoelt. In de eerste straat om de hoek met twee snelheidsbrekers verbaasde ik mij meteen al over de uitstekende vering/demping. In plaats van twee keer een boink-geluid streek het onderstel de twee snelheidsbrekers mooi glad en dat bij een snelheid van 30 km/u waar de meeste testauto’s juist hier moeite mee hebben. Mijn vrijdag de 13de begon dus goed en op de twee verkeersdrempels op de ventweg naast de A44 verscheen er ook weer tweemaal een glimlach op mijn gezicht. Ik reed er met 70 km/u overheen en met name de landing voelde erg goed aan. Ik las dat een journalist de vering/demping als comfortabel beoordeelde maar dat klopt absoluut niet. De vering/demping is juist uitstekend afgesteld op deze mini-SUV want er is absoluut geen sprake van nadeinen iets dat bij comfortabele vering/demping juist wél bijna altijd het geval is. Ik trek mijn kauwgomballenvering-opmerking van de dag ervoor dan ook meteen weer in. Maar ja na die bijna tweemaal zo zware Kia XCeed voelt zo’n Suzuki Ignis vederlicht aan dat is niet zo gek natuurlijk. Een nachtje slapen doet gelukkig wonderen en verder ben ik iemand die ruiterlijk durft toe te geven dat ik ernaast zit of in dit geval zat. Bij Wassenaar aangekomen sloeg ik rechtsaf bij de stoplichten en moest ik helaas verder kruipen achter een trailer aan. Gelukkig reed die trailer op de rotonde rechtdoor en kon ik na een driekwart naar de volgende rotonde waar ik even lekker snel overheen vloog. Het viel mij heel erg mee hoeveel de Suzuki Ignis overhelt, ik had het namelijk veel erger verwacht.

Bij de bocht naar het Wassenaarse Bos aangekomen remde ik maar eens op de motor af want dat kan namelijk met de stuurflippers waarmee je 7 geprogrammeerde versnellingen kunt bedienen. En dat afremmen op de motor doet deze Suzuki Ignis uitstekend en daar ben ik erg blij mee gezien mijn zuinigheidsrit waarbij ik altijd probeer nul keer te remmen. De scheve verkeersdrempel voelde ook weer heerlijk aan net als de twee snelheidsbrekers daarna. Nu was ik wel heel erg benieuwd naar de hoge snelheidsbrekers op de Schouwweg. De Cruise Control stond al aan maar aangezien je die pas kunt activeren vanaf 41 km/u (waarom niet 30 km/u?) moest ik dus zelf gas geven om met 30 km/u over de eerste snelheidsbreker heen te rijden. Wat opviel is dat de Suzuki Ignis haast aan het asfalt gekleefd over de snelheidsbreker heen reed. Geen boink-geluid dus en dat verraste mij best wel want eigenlijk elke auto maakt hier een boink-geluid met 30 km/u. Een auto die dat ook zo goed deed was de nieuwe Renault Captur. Met 40 km/u hoorde ik een zacht boink-geluid en pas bij 50 km/u en harder hoorde ik het overduidelijk maar ja dan mag het ook. Ik was benieuwd hoe het op de terugweg zou gaan want dan wilde ik de snelheid aanzienlijk opvoeren en met 80 km/u over de laatste allerhoogste snelheidsbreker heen springen. Weer op de N44 zette ik de Cruise Control aan om ‘m vast te zetten op 70 km/u. De Cruise Control blijft het overigens ook doen met het ESP uit. In de Hubertustunnel zag ik dat de Cruise Control op het sterk dalende deel in de tunnel de snelheid goed vasthoudt. In de tunnel zocht ik op het touchscreen nog even een ander MP3-liedje op van mijn USB-stick. Daarbij viel mij op dat dit touchscreen wel goed en snel reageert in tegenstelling tot die van de Kia XCeed PHEV. Het verbaast dat die verschillen nog zo groot zijn dat zou toch niet moeten kunnen anno 2020. Vlakbij mijn werk ben ik in plaats van rechtdoor gereden richting Kijkduin linksaf geslagen want op die weg liggen een hele rits hoge snelheidsbrekers. Je zou het echt niet verwachten maar snelheidsbreker-jumpen is zo ontzettend leuk met deze mini-SUV.

Jiha!!!!!!
Op de terugweg ben ik door alle straten met snelheidsbrekers en verkeersdrempels erin heen gereden. HEERLIJK! Jump-jump-jump-jump en hoe harder hoe beter dat is nog het allerleukste! Helaas had ik op weg naar de Hubertustunnel (= toch echt 50 km/u) weer eens met irritante bumperklevers te maken. En op weg naar de N44 ben ik nog even lekker hard door de slingerbocht geknald en dat deed de Suzuki Ignis erg goed. In het tweede deel van de slinger kon ik een veel hogere snelheid aanhouden dan ik verwacht had. De afslag naar de N44 was het ook weer feest met een bumperklever die ik maar even heb laten schrikken. Het was meteen over en uit met bumperkleven en ik heb daarna maar plankgas gegeven en dan sta je er toch van te kijken hoe snel deze Suzuki Ignis nog is. Bij de stoplichten sloeg ik linksaf richting de Schouwweg. Het ging mij om de laatste snelheidsbreker die is niet alleen erg hoog maar ligt ook in een heel flauwe knik. Ik ben er met 80 km/u overheen gevlogen en toen ik in de lucht hing had ik heel even een aha-momentje. De landing was hard en heftig maar tot mijn grote verrassing dempte het onderstel het harde neerkomen veel beter uit dan ik verwacht had. Dit was echt onwijs gaaf en dit ga ik volgende week dan ook zeker nog een keer doen. In Wassenaar aangekomen heb ik nog even snel een foto gemaakt bij de molen in het centrum. Daarna ben ik helemaal binnendoor naar huis gereden maar heb vlakbij huis nog even getankt want de km-stand was ruim boven de 100. Ik kwam uit op 1:18,6 voor toch behoorlijk stevig doorrijden dus dat viel mij mee. Na het aftanken reed ik per ongeluk in de M-stand weg en zag dat de maximum snelheid in M1 50 km/u bleek te zijn. Ik heb besloot daarna van M2 t/m M7 ook nog even de maximum snelheden uit te zoeken. Het zou mij niets verbazen als de snelheid in M6 hetzelfde is als in M7 en dat M7 dus niets meer dan een overdrive is.
Maximum snelheid per versnelling in de M-stand
Bij 50 km/u schakelt de CVT vlak voor de toerenbegrenzer automatisch op van M1 naar M2 enzovoort t/m M6 want naar M7 kun je alleen handmatig overschakelen met behulp van de rechter stuurflipper.
M1 -> M2: 50 km/u
M2 -> M3: 70 km/u
M3 -> M4: 88 km/u
M4 -> M5: 114 km/u
M5 -> M6: 138 km/u
M6 -> M7: De Suzuki Ignis CVT gaat in M6 niet sneller dan 155 km/u en dat is ruim voor de toerenbegrenzer – handmatig opschakelen naar M7 met de rechter stuurflipper is dus de enige mogelijkheid

Samsonite kofferset
Zaterdagochtend was het pokkenweer in de ochtend dus ik ben lekker binnen gebleven. Rond het middaguur werd het droog en ben ik actiefoto’s gaan maken met mijn zwager en die zijn verrassend mooi geworden. Wat dat betreft is deze Suzuki Ignis best wel een fotogeniek autootje. Ook verrassend was dat mijn zwager het een hele leuke auto vindt, die is meestal niet zo van de CVT maar deze kleine auto met CVT vindt hij zeer geslaagd. De zit, het sturen, de wegligging hij was er allemaal erg tevreden over en terecht naar mijn mening. Na de fotoshoot heb ik mijn zwager thuis gebracht en ben even lekker gaan motorrijden. Na de motorrit heb ik de Samsonite kofferset gefotografeerd en het verraste mij niet hoeveel koffers er in de bagageruimte passen. Ik herinnerde mij van de vorige Suzuki Ignis nog dat de achterbank naar voren schoven kon worden en dan passen er heul veul koffers in deze kleine mini-SUV. Maar ook met de achterbank naar achteren geschoven passen er nog steeds veel koffers in de Suzuki Ignis. Op één 33-liter koffer na zelfs wat er standaard in een veel grotere hatchback past, kijk dat is nou creatief zijn met ruimte.

Samsonite kofferset
Achterbank naar achteren geschoven
Met hoedenplank: 2×50-liter + 33-liter + 13-liter
Zonder hoedenplank: 3×50-liter + 2×33-liter + 13-liter

Achterbank naar voren geschoven
Met hoedenplank: 70-liter + 3×33-liter
Zonder hoedenplank: 70-liter + 3×50-liter 3×33-liter

Rondje SBP
Na het fotograferen van de Samsonite kofferset ben ik naar het Space Business Park gereden want ik moest toch in Katwijk aan Zee zijn om mijn moeder op te halen bij mijn jongste zus. Gelukkig kan bij deze testauto het ESP permanent uitgezet worden want zonder dat is een rondje over het Space Business Park in het algemeen supersaai. En naast dat het ESP permanent uitgezet kan worden heeft deze Suzuki Ignis een CVT-versnellingsbak met 7 geprogrammeerde versnellingen. De afrit Klei-Oost op de N206 is normaal gesproken erg leuk maar de auto voor mij wist duidelijk niet dat de voorrangsregeling hier is veranderd en hij nu voorrang heeft op het kruisende verkeer van ’t Heen. Ik zag het al aankomen en hield daarom iets meer afstand zodat ik alsnog gas kon geven in de afritbocht. Helaas lag mijn snelheid te laag om het leuk te maken maar ach ik kom hier komende week nog wel een keer dus dat komt helemaal goed. Aan de andere kant van de N206 aangekomen nam ik even gas terug om niet te dicht op mijn voorligger te zitten. Helaas ging mijn voorligger direct na de haakse rechterbocht van het gas af en moest ik kruipend door de flauwe linkerbocht heen rijden. Ik liet een gaatje vallen en gelukkig reed mijn voorligger rechtdoor zodat ik plankgas in M2 de vrachtwagenparkeerplaats op kon rijden. De voorwielen spinden door en het voelde heerlijk aan ondanks de slechts 83 Pk aan vermogen. Ik flipperde door naar M3 en aan het einde van de vrachtwagenparkeerplaats flipperde ik weer terug naar M2 en gaf weer plankgas. Rechtsaf voelde ik de Suzuki Ignis lichtjes naar links glijden en meteen daarna weer plankgas linksaf en iets harder voelde ik ‘m iets feller naar rechts glijden. Ging goed, lekker, precies en nu op naar de verkeersdrempels. Ik gaf plankgas en zag dat de CVT in de M-stand automatisch overschakelt vlak voor het rode gebied = vlak voor de toerenbegrenzer. Ik remde hard af voor de haakse rechterbocht met verkeersdrempel ervoor maar liet ruim op de tijd het rempedaal los zodat ik een maximale bochtensnelheid zou hebben.

Ik stuiterde letterlijk de bocht door maar de banden hadden snel weer grip en ik reed richting de hoge en allerhoogste verkeersdrempel. De hoge verkeersdrempel ging lekker maar de allerhoogste verkeersdrempel was heftig want ik kwam met vier wielen los van het asfalt. De landing was hard maar goed want de demping is ronduit fantastisch en heel mooi afgestemd op dit soort jumps. De korte wielbasis en het lage gewicht zorgen ervoor dat dit soort hoge jumps geen enkel probleem zijn voor deze mini-SUV. Goed werk dus van de technici Suzuki wat betreft het afstellen van de vering/demping! Na de landing lag de snelheid nog steeds hoog en kon ik heel mooi strak en hard de rotonde op- en afrijden en de rechterbocht induiken. De snelheid lag te hoog om de voorwielen door te laten spinnen daarvoor komt de Suzuki Ignis gewoon vermogen te kort. Door de hoge snelheid gleed ik toch naar links maar wel heel mooi gecontroleerd. De 16-inch Bridgestone Ecopia EP150 banden voelen uitstekend aan, ze hebben een goede grip maar als ze dan toch gaan glijden dan doet ze dat mooi en gelijkmatig. De volgende rotonde ging ook lekker net als de haakse rechter- en dito blinde linkerbocht. Bij het beginpunt aangekomen besloot ik nog een rondje te doen want het eerste deel moest ik me inhouden. De flauwe linkerbocht nam ik nu lekker hard en ging fantastisch maar linksaf de vrachtwagenparkeerplaats op gaf iets teveel gas en gleed ik even heel hard ongecontroleerd naar rechts maar door het gas te lossen kon ik ‘m weer met gemak in het gareel krijgen en reed ik vrolijk verder. Er schoot wel even een waanzinnig heftig adrenalineshot door mijn lijf maar dat was wel lekker. De rest van het rondje was niet veel anders dan het 1ste rondje en ik moet zeggen dat deze kleine auto in het absolute grensbereik strak en zeker aanvoelt. Stiekem hoop ik dat ze net als vroeger een Sport-versie maken met iets meer vermogen dat zou erg leuk zijn.

Zuinigheidsrit
Zondag was het tijd om de zuinigheidsrit te maken van Katwijk aan Zee op en neer naar Zandvoort. Het was ronduit hondenweer maar dat vond ik niet erg want dan was het tenminste niet druk qua verkeer richting het strand. Voor een zuinigheidsrit wil ik lekker door kunnen rijden met een zo constant mogelijke snelheid (ik rij nooit harder dan de maximum snelheid ter plaatse) want dat komt het verbruik ten goede in tegenstelling tot steeds weer afremmen en optrekken. Het laagst opgegeven verbruik in de online brochure bleek 1:21,74 te zijn. Gezien mijn eerdere 1:18,6 met stevig doorrijden leek mij dat makkelijk haalbaar. Ik was echter benieuwd of er meer in zou zitten. Met de handgeschakelde Suzuki Ignis in A-Team kleuren haalde ik toentertijd een hele mooie 1:25, maar met een CVT gaat mij dat vast niet lukken. Omdat het weertje binnenblijf was heb ik mijn moeder maar meegenomen want anders zat die de hele dag binnen en dat is ook niet echt leuk in deze gruwelijk saaie coronatijd. Na aftanken bij de onbemande Esso-pomp in ’t Heen kwam ik uit op 1:14,5 maar dat waren wel 67,3 zeer sportieve kilometers met onder andere die twee plankgas rondjes SBP. Na het starten reed ik heel rustig de N206 op en bij 80 km/u schakelde ik de Cruise Control in. Ik was heel erg blij met die Cruise Control want er zitten toch behoorlijk wat lange rechte stukken in mijn zuinigheidsrit en dan is niet zelf gas hoeven te geven heel erg fijn. Het was rustig op de N206 en iedereen die achter mij opdoemde in mijn achteruitkijkspiegel nam op een gegeven moment een afrit dus zo bleef het rustig achter mij. De motor draait bij een snelheid van 80 km/u exact 1.500 toeren en dat is lekker laag en dus goed voor het verbruik. Het lange stuk tot aan De Zilk ging lekker en op de haakse rechterbocht afrijdend aan het einde van het lange rechte stuk van de N206 drukte ik op cancel maar dan mindert een auto met een CVT niet genoeg vaart. Met de stuurflippers schakelde ik terug van 7 -> 6 -> 5 terug waardoor ik wel genoeg vaart minderde zonder af te hoeven remmen. Vlak voor de bocht sprong de CVT automatisch terug van M(anueel) naar D(rive) zodat ik weer gewoon verder kon rijden.

In Vogelenzang aangekomen moest ik zowaar sinds vele maanden weer eens stoppen voor een rood verkeerslicht. Daarna reed ik weer rustig verder en zag ik in de verte een auto met een aanhanger met daarop een circuitauto rijden. Balen want die auto reed heel erg langzaam maar eenmaal dichterbij gekomen zag ik dat een andere auto voor hem degene was die langzaam reed. Waarom? Omdat het wegdek nat is ga je 35-40 km/u rijden waar je 60 km/u mag maar ook kan rijden. Gelukkig reed het fossiel door op de doorgaande weg want ik moest linksaf naar Zandvoort net als de auto met aanhanger voor mij. Die viel echter bijna stil op de scheve verkeersdrempel waardoor ik ‘m mooi in kon halen. De ruitenwissers draaiden overuren terwijl het steeds harder ging regenen. De ruitenwissers piepten gelukkig niet want als ik ergens een bloedhekel aan heb is dat het wel. Op de T-splitsing afrijdend zag ik ondanks de regen toch behoorlijk wat kruisend verkeer. Gelukkig kwam het kruisende verkeer op dat moment vooral van links zodat ik alvast naar het midden van de weg kon rijden. Op weg naar de boulevard is het constant 50 km/u en heel even een stukje 60 km/u. Waarom vraag het me niet van mij hadden ze dat ook 50 km/u mogen maken. Het rijden ging lekker en naar de verbruiksmeter kijken die 2-3 liter per 100 km aangaf zou ik dus op die 1:25 uit moeten kunnen komen. Ik was benieuwd want met windje tegen zou dat zomaar tegen kunnen vallen. Het viel mij trouwens op dat deze hoge Suzuki Ignis wat last heeft van zijwind (het waaide redelijk hard) en ik kan me dan ook voorstellen dat als het heel hard stormt je daar serieus last van kan hebben. Op de boulevard aanbeland mocht ik weer 60 km/u rijden en het gekke is dan dat bij Bloemendaal aan Zee het weer even naar 50 km/u gaat en meteen daarna naar 80 km/u. Op de duinenweg kon ik dus lekker doorrijden waarna ik bij Overveen weer omdraaide en aan de terugweg kon beginnen. Die terugweg verliep zo niet nog beter dan de heenweg dus ik was ontzettend benieuwd waar het verbruik op uit zou komen. Na aftanken in Katwijk aan Zee kwam ik uit op exact 1:27 en dat is een hele mooie verbruikswaarde die ik totaal niet had verwacht. Natuurlijk heb ik heel extreem netjes en rustig gereden maar wat is de tijdswinst als ik stevig gas gegeven had? Hooguit een paar minuten op anderhalf uur dus het loont overduidelijk om rustig te rijden. En het toont ook aan dat je met een CVT dus ook gewoon een laag verbruik kunt halen.

Waarom zou je gassen naar je werk?
Elke dag naar werk kom ik ze weer tegen mensen die altijd en overal maar hard gas geven en daarna ook weer hard remmen. Daarmee bedoel ik niet dat ze harder dan de aangegeven maximum snelheid rijden maar bij elk stoplicht of op elke kruising/rotonde na stilgestaan te hebben hard optrekken en daarna ook weer hard afremmen. Nergens voor nodig want juist die acties kosten veel brandstof en met benzine ligt dat verbruik sowieso hoger dan met diesel. Laat je auto lekker uitrijden (remmen waarom dan?) op weg naar een stoplicht en trek rustig op want je mag in de stad en daar vlak buiten 9 van de 10 keer toch maar 50/60/70 km/u. Voordeel van uit laten rijden en rustig optrekken is dat je ook veel minder gestresst achter het stuur zit. En het goede aan deze Suzuki Ignis CVT dat de ingenieurs er 7 voorgeprogrammeerde versnellingen ingestopt hebben zodat je ook nog eens heel mooi gecontroleerd op de motor af kunt remmen. Kan toch niet beter is het wel? Na de gewone zuinigheidsrit op zondag besloot ik maandag en dinsdag heel netjes en rustig op en neer naar werk te rijden. Dat zou dan samen met de kilometers van de onbemande benzinepomp in Katwijk aan Zee -> Leiden vrijwel exact 100 kilometer zijn. Een mooie afstand en ik was benieuwd waar ik op uit zou komen. Ik rij zowel heen ls terug exact 5 km een snelheid van 70 km/u en verder 50 km/u. De afstand heen is 24,5 km (dan draai ik wel alvast om naar de andere kant van de weg zodat ik meteen de goede kant op sta) en terug rij ik een andere kortere weg en die is 22,3 km. Omdat ik die achterafweggetjes rij bespaar ik me vaak een hele hoop ellende zoals die dinsdag de 17de november want het was die dag boerenprotest. Toen ik op de ventweg naast de A44 reed zag ik het op de A44 al hopeloos vast staan op een plek waar normaal gesproken nooit een file staat. Daarna reed ik helemaal binnendoor achter de N44 langs en toen ik bij de Van der Oudermeulenlaan (de laatste van de drie mogelijke zijwegen om de N44 op te rijden vanuit Wassenaar) de N44 opdraaide zag ik een totaal lege N44 in mijn achteruitkijkspiegel. HUH??? Op werk aangekomen bleek dat de politie uit voorzorg de N44 vanaf de Lange Kerkdam had afgesloten behalve die drie zijwegen dus.

Dat heeft me een verschrikkelijke bak ellende bespaard dus zo zie je maar geen haast hebben – en daarom over de achterafweggetjes rijden – heeft nog andere voordelen naast het besparen van brandstof en het verminderen van fijnstof (uitstoot + bandenslijtage + stof remblokken). Zo zuinig mogelijk rijden is een heuse sport voor mij waarmee ik lang geleden begonnen ben. Uit pure nieuwsgierigheid wilde ik kijken of ik van een eco-auto het opgegeven verbruik zou kunnen halen of nog beter een lager verbruik dan het laagst opgegeven verbruik. Door het vaak te doen leer je hoe je zo weinig mogelijk gas hoeft te geven. Hard gas geven en hard remmen zijn dus uit den boze, beter nog ik probeerde zelfs helemaal niet te remmen gedurende 70 km = de lengte van mijn standaard zuinigheidsrit op en neer naar Zandvoort vanaf de Esso-pomp in ’t Heen/Katwijk aan Zee. Na meer dan 10 jaar mag ik gerust stellen dat ik de kunst van het zuinig rijden goed onder de knie heb. Mijn laagste verbruik ooit met een brandstofauto is 1:35 met een Mini Cooper 1.5D en oké dat is een diesel dus dan ook nog even mijn laagste verbruik met een benzine-auto en dat is 1:32 met een Fiat 500 TwinAir. Het grote voordeel van een auto met CVT is dat je het toerental extreem laag kunt houden. Waar een auto met een handgeschakelde versnellingsbak al snel 3.000 toeren maakt bij een snelheid van 100 km/u daar kom je met deze CVT op slechts 1.900 toeren uit. En zelfs bij een snelheid van 120 km/u draait het motorblok nog steeds maar 2.200 toeren. Aan het einde van dag twee had ik het idee dat ik lekker zuinig gereden had, maar zo zuinig als tijdens de zuinigheidsrit op en neer naar Zandvoort nee dat zeker niet. Na het aftanken bij de Total vlakbij mijn huis wilde ik het lage verbruik van 1:30,75 dan ook eigenlijk niet geloven. Had ik een fout gemaakt? Nee het klopte echt! Dus als ik zo naar mijn werk zou rijden in deze auto zijn dan zou ik elke maand met gemak de helft aan benzinekosten besparen. Dus in plaats van 80,- euro zou ik maar 40,- euro benzinekosten per maand hebben. En dat terwijl ik 92,- euro reiskostenvergoeding per maand ontvang.

Goede remmen dankzij…
De remmen van deze Suzuki Ignis zijn nou niet bepaald speciaal, want wees eerlijk geventileerde schijven voor en trommels is eigenlijk wat ouderwets. Maar ja dat gewicht hè dat doet ’t hem. Hoe minder gewicht de remmen hoeven te vertragen of stil te zetten hoe beter. En dat deze Suzuki Ignis extreem licht is merk je aan alles, aan het bochtengedrag, de acceleratie tot en met 50 km/u en het remmen dus. Dus zo zie je maar dat doodgewone remmen ineens veel beter blijken dankzij het lage gewicht. Mooi toch of niet dan?

Kruip-sluip naar huis
Woensdag was weer eens zo’n dag dat er allemaal rare dingen gebeurden op weg naar en van werk. Op de heenweg zag ik een totaal bizar ongeluk waarbij een busje met aanhanger was geschaard waardoor ze overdwars op de N44 stonden en de weg volledig blokkeerden. De blokkade was zelfs zo erg dat je er zelfs met de motor niet langs had kunnen rijden. De vrachtwagen die er blijkbaar achter reed stond op 50 centimeter van het busje met aanhanger stil. Was ik even blij dat ik aan de goede kant reed net als gisteren met dat boerenprotest. Ik was dus gewoon op tijd op mijn werk maar terug had ik wel pech want op weg naar de Hubertustunnel zag ik een file staan na de kruising. Ik reed nog een klein stukje verder om te zien of het echt zo erg was als dat ik dacht dat ’t was. Ja dus! Na de kruising heb je nog maar één mogelijkheid om weer om te draaien en dat deed ik dan ook. Mijn neefje vertelde mij de vorige keer dat de Hubertustunnel dicht was (beide kanten) hij er anderhalf langer over had gedaan op weg naar zijn vriendin in Den Haag. Ik was toen op mijn motor maar 5 minuten later thuis. Maar met die anderhalf uur in gedachten had ik zoiets van deze jongen gaat absoluut niet in die giga-file staan. Ik ben binnendoor naar de Mauritskade gereden en dat vereiste wat creatief rijgedrag. Toen er weer een file opdoemde ben ik linksaf een doodstille straat met eenrichtingverkeer ingereden en ben die helemaal uitgereden. Daarna ben ik rechtsaf weer een doodstille straat met eenrichtingverkeer ingereden en kwam toen uit op de Mauritskade waar ik al heel snel door kon rijden naar het begin van de N44. En met zo’n kleine auto kan dat ook makkelijk want in beide straten met eenrichtingverkeer had ik er nog steeds langs gekund als er een auto was aangekomen vanaf de goede kant. Met mijn nog lichtere-kleinere-smallere Renault Twizy doe ik dit ook regelmatig en zelfs een fietspad als het zo uitkomt. Kortom klein is heel erg fijn!

Terreinauto
Thuis gekomen zag ik in de prijslijst zag ik dat er ook een Suzuki Ignis met AllGrip is en de wegligging daarvan is dus nog weer een stuk beter dan van de al erg goede voorwielaangedreven Suzuki Ignis. Ik denk dat als je daar semi-terreinbanden opzet je nog gek staat te kijken wat je ermee kunt op de onverharde wegen en zelfs in het wat ruigere terrein. De YouTube-filmpjes in het terrein en foto’s op Off Road-websites die ik vervolgens na wat zoeken vond bewijzen dat dit klopt. Natuurlijk is de Suzuki Jimny beter geschikt voor het echte zware werk maar ik denk dat als je in de Achterhoek woont je heel veel lol kunt hebben met de kleine extreem lichte (met bestuurder en volle tank onder de 1.000 kg) AllGrip (=4WD) Ignis van Suzuki. Ik vond van RBA Design nog een hele leuke gemodificeerde Suzuki Ignis AllGrip op terreinbanden. Jeminee wat een onwijs leuke auto is dat zeg die zou ik privé best willen hebben. Maar ach ook de testweek van deze voorwielaangedreven Suzuki Ignis is mij uitermate goed bevallen. Ik weet dat ik een zwak voor Suzuki heb want ja ik hou van kleine lichte auto’s. Een Ferrari of een Lamborghini doen mij helemaal niets, ik vind dat wel zulke gruwelijk lelijke misbaksels van auto’s.

Snelwegzuinigheidsrit
Donderdag moest de Suzuki Ignis 1.2 Smart Hybrid CVT Style zoals tie voluit heet weer terug naar Vianen. Omdat ik woensdagavond finaal was vergeten een snelwegzuinigheidsrit te maken besloot ik dat nu dan maar alsnog te doen. Ruim 60 kilometer is voldoende om een mooie betrouwbare meting te doen. Op weg naar de A4 verheug ik me altijd op de bocht van de N206 naar de A4 en de S-bocht van de A4 naar de N11. Je zou denken dat je niet sportief kunt rijden met deze kleine mini-SUV maar niets is minder waar. De wegligging is werkelijk uitstekend en ik ging er dan ook vol voor toen het stoplicht op groen sprong trapte ik het gaspedaal – de enige keer tijdens deze snelwegzuinigheidsrit – op de bodem. De CVT vloog zo snel als het maar kon naar de poeliestand die het hoogst mogelijke toerental oplevert en ja dan ga je er toch heus best snel vandoor ook al vanwege dat lage gewicht. De Volvo XC90 links naast mij was volkomen verrast en het lukte de bestuurder niet meer om mij buitenom in te halen voor het van twee naar één baan ging. Nog leuker ik reed ‘m helemaal los door hard naar binnen te snijden richting de vangrail en het gas er vol op te houden. Middenin de opritbocht zit een kleine verzakking die niet van betekenis lijkt maar dat verandert als je plankgas door deze opritbocht rijdt. Dan zet een auto plotseling wel een stapje opzij en dat is goed opletten want je weet nooit hoe groot dat stapje opzij zal zijn. Het viel mee bij deze Suzuki Ignis CVT maar het was geen eitje zo van dat doe ik even met twee vingers in de neus. Op naar de S-bocht van de A4 naar de N11 die is nog heftiger want daar zijn de g-krachten nog veel hoger en kun je zomaar alle grip verliezen als je niet goed oplet of meer wil dan het onderstel en de banden aankunnen. De smalle 175/60-R16 Bridgestone Ecopia EP150 banden zijn natuurlijk niet bepaald het toonbeeld van grippy banden laten we wel zijn. En toch kon ik met een veel hogere snelheid door de S-bocht dan ik verwacht had. Ik voelde de druk op de banden toenemen en precies op het moment dat ik voelde dit is het maximale loste ik het gaspedaal ietsje. Ik vloog met maximale door de S-bocht en vooral het uitkomen van de S-bocht – na het stuur naar links omgooien – is een heerlijk gevoel.

Eenmaal op de N11 kon mijn snelwegzuinigheidsrit dan écht beginnen. Cruise Control op 100 km/u en gaan met die banaan. Het toerental daalde snel net onder de 2.000 toeren en het voelde goed aan. Grappige aan het rijden op de Cruise Control in een auto met CVT is dat toen ik onder het aquaduct vandaan omhoog reed ik het toerental snel op zag lopen naar 4.000 toeren waarna het op het vlakke deel weer snel net onder de 2.000 toeren daalde. In een auto met een handgeschakelde versnellingsbak zul je hier waarschijnlijk even de Cruise Control uit moeten schakelen en terug moeten schakelen -> op moeten schakelen -> weer op Resume drukken. Als je dus in de bergen op de Cruise Control rijdt zorgt de CVT ervoor dat stijgen en dalen geen enkel probleem is. Eigenlijk best een mooi systeem dat ooit verzonnen is door de Nederlander Hub van Doorne die bij Daf werkte. Maar naar ik nu begrijp – ik googelde even op CVT en Daf – was de echte uitvinder van de duwband of CVT een ingenieur genaamd Hemmo Ludoph. Hub was dus eigenlijk gewoon een bedrieger die een uitvinding opeiste die hij helemaal niet had gedaan. De duwband of CVT was de opvolger van de Variomatic dat ook wel bekend stond onder de benaming ‘Het pientere pookje’. Vroeger was een CVT niet zuiniger dan de handgeschakelde variant maar door de steeds doorgaande ontwikkeling (o.a. lichtere en sterkere materialen en een andere vorm van de schakels) ligt dat nu anders. De eerdere 1:27 en 1:30,75 laten zien dat dit klopt en ik was benieuwd wat 100 km/u constant voor verbruik zou opleveren. Op het bedrijfsterrein in Vianen zit direct links een Tango waar ik de tank helemaal heb vol gegooid = na vol nog 3 maal doorklikken. Na snel hoofdrekenen kwam ik op een zeer nette 1:25,33 uit wat net als die andere twee verbruikswaarden ruimschoots beter is dan het opgegeven laagste verbruik van 1:21,74. Met de 32-liter benzinetank kom je op de snelweg dus makkelijk aan +750 kilometer en binnendoor aan 800-900 kilometer wat prima is voor een kleine auto. Dat C-label klopt dus werkelijk van geen kanten.

 

Specificaties

Jaargang

2020

Carrosserie

suv

Transmissie

CVT

Aantal deuren

5 deuren of meer

Brandstof

Benzine

Type motor

Otto

Aantal cilinders

4

Acceleratie (0-100/sec)

12,4 seconden

Topsnelheid

155km/u

Vermogen

61(83)/6.000 kW (pk)/rpm

Koppel

107/2.800 nm/rpm

Cilinderinhoud

1.2/1.197 liter

Kleppen per cilinder

4

Remmen voor

Geventileerde schijven

Remmen achter

Trommels

Draaicirkel

9,4 meter

Overig

Type bekleding

Stof

Velgen

16-inch

Milieu en veiligheid

Verbruik

 

Bebouwde kom

5,8 liter/100 km

Snelweg

4,6 liter/100 km

Gemiddeld verbruik

5,5 liter/100 km

Afmetingen

Lengte

3.700 mm

Breedte

1.690 mm

Hoogte

1.605 mm

Wielbasis

2.435 mm

Spoorbreedte voor

1.460 mm

Spoorbreedte achter

1.470 mm

Massa leeg

865 kg

Max. toelaatbare massa

1.330 kg

Laadvermogen

465 kg

Aanhanger geremd

1.000 kg

Aanhanger ongeremd

400 kg

inhoud bagageruimte

260 liter

Bandenmaat

175/60-R16

Kosten aanschaf

Kosten gebruik per maand